PVK, les 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Uit jullie lesboek. Als ik dit zie dan....

Lesdoel van vandaag

• Aan het einde van de les ken je de eerste stappen van het proces 'verzendklaar maken'. 
• Je kunt de betekenis van moeilijke woorden afleiden uit de tekst en weet hoe je de betekenis op moet zoeken.

Programma

1. Uitleg 1.1. t/m 1.4
2. Opdrachten maken (samen)
3. Opdrachten maken (zelf)
4. Evalueren

Jullie lezen zelf paragraaf 1.1 t/m 1.4 en arceren de moeilijke woorden.

Mentimeter

Vul de woorden in waarvan je de betekenis niet aan een ander uit kunt leggen

1.1 Interne en externe expeditie

Onder expeditie vallen alle activiteiten die te maken hebben met de verzending van goederen:

intern: verzendklaar maken

extern: vervoer van goederen naar klanten.

Als logistiek medewerker heb je vooral te maken met de interne expeditie.

1. waar
2. niet waar

Noem een werkzaamheid waarbij je meewerkt aan de externe expeditie

Outbound

Alle activiteiten die horen bij het verzendklaar maken van goederen (zie ook interne expeditie)

1.2 VAL-activiteiten

hebben betrekking op het product of het transport ervan

bijvoorbeeld: verpakken, labelen, assembleren (verdere bewerking van een halffabricaat)

1.2 VAS-activiteiten

hebben betrekking op administratieve of ondersteunende diensten

zoals kwaliteitscontroles, factureren, in- en uitklaren van douanegoederen.

00:00

Kijkvraag:
Waarom bieden logistieke bedrijven VAL- en VAS-activiteiten aan klanten aan?

1.3 Sorteren

Verzamelde goederen sorteren vindt plaats:

tijdens het orderverzamelen

na het orderverzamelen.

• vaak handmatig
• soms automatisch met een sorteertransporteur.
  

In het dc van een supermarkt worden de goederen per filiaal verzameld op rolcontainers. Wanneer vindt het sorteren plaats?

1. tijdens het sorteren
2. na het sorteren

1.4 Controleren

Controle vindt plaats op basis van:

• artikelnummer
• productomschrijving.
  

soorten controle:

volledige controle

steekproefsgewijze controle

Met welk document of welke documenten kun je orders controleren?

Aan de slag

1. Kleuren in je boek de VAL-activiteiten rood en de VAS-activiteiten groen. 
2. Maak verwerkingsopdracht 1, 3, 5
3. Maak kennisvraag 1, 3, 5
4. Maak je eigen flitskaarten van de 

       moeilijke woorden (denk aan de begrippenlijst)

Evaluatie

Geef aan wat je vandaag geleerd hebt

Wat vind je van deze les? Heb je iets gemist, zou je graag iets anders willen? Of wat je maar kwijt wilt aan mij ;-)

TOT VOLGENDE WEEK!