Les 1: Levenskenmerken en leven dood en levenloos
1 / 28
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Over leven en overleven
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Link
Slide 6 - Tekstslide
Hoeveel levenskenmerken zijn er?
A
3
B
5
C
7
D
9
Slide 7 - Quizvraag
Noem 6 van de 9 levenskenmerken.
Slide 8 - Open vraag
Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen.
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
een mens kan lopen
adem halen met behulp van longen
een baby wordt een peuter
de mens eet brood
de mens ziet een vogel vliegen
een vrouw kan een baby krijgen
een mens plast
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien
Slide 9 - Sleepvraag
Welke twee levenskenmerken worden niet benoemd in slide 14?
Slide 10 - Open vraag
Welk van de 9
levenskenmerken zie
je op het plaatje?
levenskenmerken zie
je op het plaatje?
Slide 11 - Open vraag
Kunnen kamerplanten alle levensverschijnselen vertonen?
A
Ja
B
Nee
C
3 van de 9 levensverschijnselen wel
D
7 van de 9 levensverschijnselen wel
Slide 12 - Quizvraag
Geef twee voorbeelden waaraan je kunt zien dat een kamerplant levensverschijnselen vertoont.
Slide 13 - Open vraag
Een auto kan bewegen. Waarom is een auto toch geen levend wezen?
Slide 14 - Open vraag
Je ziet hier een afbeelding met dieren. Noem twee levenskenmerken die je ziet
Slide 15 - Open vraag
Noem vier manieren waarop je kunt waarnemen.
Slide 16 - Open vraag
Schrijf twee dingen op die je hebt geleerd in deze les.
Slide 17 - Open vraag
Waar heb je nog vragen over of begrijp je nog niet?
Slide 18 - Open vraag
Extra uitdaging:
Een leerling vraagt zich af of planten water kunnen waarnemen. De leerling heeft een proef bedacht om dit te onderzoeken. In de afbeelding zie je de proef. Bij welke uitslag van de proef kunnen planten water waarnemen?
Een leerling vraagt zich af of planten water kunnen waarnemen. De leerling heeft een proef bedacht om dit te onderzoeken. In de afbeelding zie je de proef. Bij welke uitslag van de proef kunnen planten water waarnemen?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Levend
Levenloos
Dood
Organisme heeft geen levenskenmerken meer
Organisme vertoond alle levenskenmerken
Iets wat nooit heeft geleefd
Slide 21 - Sleepvraag
Levend, dood of levenloos?
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
Dood
Dood
Dood
Levend
Levend
Levend
Levend
Levenloos
Levenloos
Levenloos
Slide 22 - Sleepvraag
Een wezen dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft.
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
Organisme
Slide 23 - Quizvraag
Je kent nu de begrippen dood, levenloos en leven. Welke zinnen zijn goed?
A
Deze kraai is levenloos.
B
Een steen is dood.
C
Een appelboom is levend.
D
Een robot is levenloos.
Slide 24 - Quizvraag
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 25 - Quizvraag
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
