§3.4 Het christendom in het Romeinse Rijk

§3.4 Het christendom in het Romeinse Rijk
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§3.4 Het christendom in het Romeinse Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
17-1-2023: Maken opdracht 4 t/m 13 van §3.4

Repetitie verplaatst! 2e les van volgende week.

Slide 2 - Tekstslide

Zet de stappen voor het instorten van de Romeinse economie in de juiste volgorde
1
2
3
4
6
5
Het Romeinse Rijk heeft een zeer groot leger
Het leger moet betaald worden
Om het leger te betalen wordt belasting opgehaald
Veel boeren kunnen de hoge belastingen niet betalen
Veel boeren verlaten hun boederij
Er worden minder producten gemaakt en handel stopt

Slide 3 - Sleepvraag

Koppel de kenmerken aan het West-Romeinse Rijk of het Oost-Romeinse Rijk
West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
Hoofdstad: Rome
Taal: Grieks
Rijk
Hoofdstad: Constantinopel
Eindigt in 1453
Eindigt in 476
Taal: Latijn
Arm

Slide 4 - Sleepvraag

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
Les 1
- Wat het verschil is tussen monotheïsme en polytheïsme
- Wat het jodendom is
- Hoe het christendom ontstaan is en wat de belangrijkste kenmerken van het geloof zijn
Les 2:
- Hoe het christendom zich in het Oudheid ontwikkelt

Slide 5 - Tekstslide

Verdraagzaamheid
De Romeinen hebben tientallen goden
Dit maakt hen polytheïstisch
Veroverde volken mogen hun eigen goden blijven aanbidden
Er is dus godsdienstige verdraagzaamheid
Poly = veel
Theos = god
Polytheïsme = godsdienst met veel goden
Het toestaan van andere ideeën en geloven
Als je de Romeinse goden en de keizer ook maar aanbidt

Slide 6 - Tekstslide

Filmpje
Als je de keizer maar vereert

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat weet je over het
jodendom?

Slide 9 - Woordweb

Jodendom
In het gebied Judea wonen de joden
Kaart
Monotheïsme
De joden geloven maar in één god: Jahweh. Het geloof is dus monotheïstisch (mono = één). Ze weigeren dus ook de Romeinse keizer als god te vereren.
Heilige boeken
De joden halen de kennis over hun geloof uit heilige boeken. Deze boeken samen heten de Tenach. Het eerste deel, de Thora is het belangrijkst. Hierin staan de wetten van de joden.
Verlosser
De joden geloven dat god hun een land zou geven: Israël. Hiervoor moeten de joden eerst vrij worden, wat gedaan zou worden door een verlosser.

Slide 10 - Tekstslide

Joodse opstand
Joodse kandelaar = Menora. 

Tijdens het neerslaan van de opstand plunderden de Romeinen Joodse tempels. Ze namen Joodse schatten, zoals de Menora mee naar Rome.
66 n.C.
De Joden kwamen in opstand tegen de Romeinse overheersing. Zij moesten te veel belasting betalen en waren ontevreden met de Romeinse overheersing.

Bedenk zelf minimaal 1 reden, waarom de Joden in opstand kwamen tegen de Romeinen. (Aantekening!)

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet je over het
christendom

Slide 12 - Woordweb

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
Les 1
- Wat het verschil is tussen monotheïsme en polytheïsme
- Wat het jodendom is
- Hoe het christendom ontstaan is en wat de belangrijkste kenmerken van het geloof zijn
Les 2:
- Hoe het christendom zich in het Oudheid ontwikkelt

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
17-1-2023: Maken opdracht 4 t/m 13 van §3.4

Repetitie verplaatst! 2e les van volgende week.

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent verdraagzaamheid?

Slide 15 - Open vraag

Jezus van Nazareth
Jezus van Nazareth is een jood in Judea
Hij zegt dat hij gods zoon is en zo weet wat god wil
Hij vertelt dat als mensen goed leven, ze in de hemel komen
Veel joden zien Jezus als de beloofde verlosser

Slide 16 - Tekstslide

Christendom
Jezus' volgelingen noemen hem Christus: de koning
Zelf noemen ze zich christenen, volgers van het christendom
Christenen reizen rond om  het geloof te verspreiden
Ze schrijven het leven en de ideeën van Jezus op in de Bijbel
Grieks voor 'de verlosser'

Slide 17 - Tekstslide

De beloftes van Jezus
Jezus belooft zijn volgelingen een koninkrijk van god
Iedereen zal daar gelijk zijn
Na de dood zullen zijn volgelingen eeuwig geluk hebben
Ze hoeven alleen maar goed te leven
Zoals in de Bijbel staat en zoals Jezus vertelt

Slide 18 - Tekstslide

Welke bevolkingsgroepen worden als eerste christen?
A
Soldaten en slaven
B
Armen en slaven
C
Rijken en soldaten
D
Rijken en ambtenaren

Slide 19 - Quizvraag

Waarom zouden vooral armen en slaven geluisterd hebben

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
9-1-2023: Maken opdracht 4 t/m 8 van §3.4
11-1-2023 Maken opdracht 8 t/m 13 van §3.4

Slide 21 - Tekstslide

§3.4 Het christendom in het Romeinse Rijk
Deel 2

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
17-1-2023: Maken opdracht 4 t/m 13 van §3.4

Repetitie verplaatst! 2e les van volgende week.

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
Les 1
- Wat het verschil is tussen monotheïsme en polytheïsme
- Wat het jodendom is
- Hoe het christendom ontstaan is en wat de belangrijkste kenmerken van het geloof zijn
Les 2:
- Hoe het christendom zich in het Oudheid ontwikkelt

Slide 24 - Tekstslide

Welke bevolkingsgroepen worden als eerste christen?
A
Soldaten en slaven
B
Armen en slaven
C
Rijken en soldaten
D
Rijken en ambtenaren

Slide 25 - Quizvraag

Waarom zouden vooral armen en slaven geluisterd hebben

Slide 26 - Open vraag

Jezus maakt vijanden
Jezus wordt bij veel mensen populair, maar maakt ook vijanden
Veel joodse leiders zijn bang dat Jezus hun plek inneemt
De Romeinen zijn bang dat hij politieke macht wil
Daarom wordt Jezus opgepakt en gekruisigd

Slide 27 - Tekstslide

Een kruisiging
De kruisiging
Een kleine misdadiger werd vastgemaakt met touw, maar Jezus met spijkers door zijn handen en voeten
Het probleem met een kruisiging is dat je moet kiezen tussen 2 opties:
- Je laat jezelf hangen, maar kan niet ademen
- Je trekt jezelf omhoog om te ademen, maar zet heel veel druk op je handen en voeten (pijn!)
Om Jezus belachelijk te maken zetten ze een bordje boven het kruis. Er stond "Jezus, de koning van de joden". Ook kreeg hij een kroon van doornen.
Voordat de spijkers erin werden geslagen werd Jezus wijn met kruiden aangeboden als verdoving. Deze sloeg hij af.
Jezus werd expres op een schuin stukje hout gezet zodat hij nooit echt kon steunen, maar altijd weggleed.

Slide 28 - Tekstslide

Filmpje
Goede vrijdag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Christenvervolging
Christen zijn in het Romeinse rijk is levensgevaarlijk
Net als de joden geloven de christenen niet in de keizer
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 31 - Tekstslide

Filmpje
Christenvervolgingen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Staatsgodsdienst
Keizer Constantijn stopt de vervolgingen in 313
In 392 wordt christendom zelfs de staatsgodsdienst
Alleen christendom was toegestaan en tempels worden kerken
Bisschoppen worden de leiders, de belangrijkste is de paus

Alle andere geloven worden verboden

Slide 34 - Tekstslide

Filmpje
De paus

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
17-1-2023: Maken opdracht 4 t/m 13 van §3.4

Repetitie verplaatst! 2e les van volgende week.

Slide 37 - Tekstslide