*Oefenen grammatica zinsdelen

Welkom!
Vandaag:

- Toets bespreken
- Grammatica Zinsdelen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Vandaag:

- Toets bespreken
- Grammatica Zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Extra oefenen Grammatica Zinsdelen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het wg in deze zin?

De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.

Slide 3 - Open vraag

Wat is het ow in deze zin?

De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.

Slide 4 - Open vraag

Wat is het lv in deze zin?

De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het mv in deze zin?

De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de bwb in deze zin?

De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.

Slide 7 - Open vraag

Wat is de pv in deze zin?

De opdracht maakte ik gisteren.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het wg in deze zin?

De opdracht maakte ik gisteren.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het ow in deze zin?

De opdracht maakte ik gisteren.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het lv in deze zin?

De opdracht maakte ik gisteren.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het mv in deze zin?

De opdracht maakte ik gisteren.

Slide 12 - Open vraag

Wat is de bwb in deze zin?

De opdracht maakte ik gisteren.

Slide 13 - Open vraag

Wat is de pv?

Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het wg?

Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het ow?

Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het lv?

Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het mv?

Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.

Slide 18 - Open vraag

Wat is de pv?

Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het wg?

Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het ow?

Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?

Slide 21 - Open vraag

Wat is het lv?

Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?

Slide 22 - Open vraag

Wat is het mv?

Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?

Slide 23 - Open vraag

Wat is de bwb?

Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?

Slide 24 - Open vraag

Welke opmerking past bij jou?
Ik snap het
Ik heb nog wat oefening nodig
HELP!

Slide 25 - Poll

Tijd voor een spelletje
Zoek het verstopte woord

Slide 26 - Tekstslide


Je ziet zo meteen 8 zinnen in het scherm. Volg de volgende stappen:

1. Zoek het genoemde zinsdeel in de zin.
2. Haal uit het zinsdeel de juiste letter en schrijf die op een blaadje.
3. Als je alle letters van de zinsdelen uit zin 1 t/m 8 hebt, hussel dan de letters door elkaar, totdat je het verstopte woord hebt gevonden.

Zet hem op! Jullie hebben 10 minuten. Je mag samenwerken. Heb je het antwoord? Loop dan naar me toe en laat het zien. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

gaan leren = R
de jongen = E
het bord patat = P
daar = A
de kranten = K
trekt = T
die boterham met pindakaas = P
rekenen = R

Slide 29 - Tekstslide