Werkwoordspelling

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Door winst in die etappe had Niki zich in de top van het klassement ........... (nestelen)

Aan het einde van de show .........
(verdwijnen) je in een grote wolk rook

........... (Vouwen) jij het tafellaken nog even voor mij op?

De gewelddadige militairen waren door de boze dorpsbewoners ........... .
(gijzelen)

Die terroristen .........
(gijzelen) veel onschuldige mensen.

Jorieke .........
(planten) het boek in de boekenkast zonder er in te kijken.

Hij was al twaalf, maar nog steeds enorm ............
(hechten) aan zijn eerste knuffel.

Wat zitten jullie toch te .........
(prutsen) met z'n allen? Zo komt het nooit af.

Tijdens de avondvierdaagse heeft zij de laatste drie kilometer alleen maar
.......... (sjokken).

De juffrouw arriveerde en .........
(vinken) iedereen af op haar klembord.

Michael heeft de hele avond met Marieke ..........
(flirten). Ik werd er gek van.

Ik heb die steen een stuk het bos in
......... (slingeren).

Wanneer je er niet aan krabt,
(verdwijnen) dat puistje vanzelf.

Gisteren ........
(starten) de mariniers buiten hun wagens.

Ik ........
(lunchen) graag met vers brood en veel fruit.