Digitale geletterdheid Eindhoven

Inhoud training
  • Doelen
  • Voorstellen
  • Wat wil je uit deze training halen 

  • Deel 1 (±45 min.):  Moderne technologie 

  • Deel 2 (±45 min.): Veiligheid en privacy.  
  • Pauze 
  • Deel 3 (±1,5 uur) Aan de slag met digitale leermiddelen 
  • Afronding 

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 6

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inhoud training
  • Doelen
  • Voorstellen
  • Wat wil je uit deze training halen 

  • Deel 1 (±45 min.):  Moderne technologie 

  • Deel 2 (±45 min.): Veiligheid en privacy.  
  • Pauze 
  • Deel 3 (±1,5 uur) Aan de slag met digitale leermiddelen 
  • Afronding 

Slide 1 - Tekstslide

Algemeen
Op ’T Hooghe Landt zijn veel veranderingen gaande. Twee belangrijke veranderingen zijn enerzijds het 60 minutenrooster (voorheen een 45 minutenrooster) en anderzijds het terugdringen van summatieve toetsen (en hiermee nadruk op formatief toetsen). Het digitale component, mede door corona, is ook belangrijk geworden. Maar de teamleider havo 4&5 was stellig: het moet niet alleen gaan over digitaal. Het digitale component moet dus vooral in dienst staan van de didactiek. Precies zoals wij vanuit Academy4Learning dat ook belangrijk vinden; technologie is een middel.

Doelen
Aan het einde van de training:

Weet je het belang te omschrijven aangaande de
invloed welke de docent heeft in het voorbereiden van leerlingen op de wereld. 

Kan je benoemen hoe je veilig om kan gaan met wachtwoorden, e-mail en gevoelige informatie.

Kun je een les ontwerpen welke je kunt gebruiken in jouw onderwijspraktijk.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoop je deze training te leren?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij digitale geletterdheid?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

ha

0100

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 21e eeuwse vaardigheden gebruiken leerlingen het meeste in jouw lessen?
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Samenwerken 
Mediawijsheid 
Communiceren 
Sociale & culturele vaardigheden 
Zelfregulering 
Informatievaardigheden 
ICT-basisvaardigheden 
Computational thinking 
Probleem oplossen
Creatief denken 
Kritisch denken 

Slide 7 - Sleepvraag



Je kan dcenten laten ranken welke 21e eeuwse vaardigheden ze denken dat leerlingen het meeste gebruiken in hun lessen.


Verwachting is dat Computational thinking ergens onderaan staat. Dit is onterecht, al weten ze dit vaak niet.

Wat is voor jou het belang om meer aan digitale geletterdheid te doen in je lessen?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke vaardigheid die besproken is zou je op een gemakkelijke manier kunnen integreren in een les(onderdeel) komende weken.
Kan je ook beschrijven hoe je dit gaat doen?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Pauze
Pauze

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 3 Digitale middelen 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke apps wel je al in je lessen?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De app Quizlet
A
Ik ken deze app niet.
B
Ik werk er soms mee.
C
Ik heb er wel eens naar gekeken.
D
Ik gebruik het heel vaak in mijn les.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quizlet
  • Twee of drie voorbeelden van hoe docenten technologie in kunnen zetten 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De app EDpuzzle
A
Ik ken deze app niet.
B
Ik werk er soms mee.
C
Ik heb er wel eens naar gekeken.
D
Ik gebruik het heel vaak in mijn les.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Edpuzzels

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LessonUp

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over LessonUp
  • Interactieve presentaties
    Bijv. interactieve video, quizvraag of open vraag...
  • Klassen maken en delen
  • Differentiëren en huiswerk
  • Toets-functionaliteit

Verschil in gratis en betaalde versie!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LessonUP
A
Ik wil graag een demo in deze app willen
B
Ik heb geen interesse in deze app

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

AR
Voorbeelden geven

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier link naar Sanders ICTbijbel

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In hoeveel procent van je lessen maak je gebruik van 'Flipping the classroom'?
0100

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Computational thinking in de klas
  • Iedere docent


  • Iedere dag


  • Iedere les

Slide 24 - Tekstslide

Stelling: iedere docent gebruikt Computational thinking in de klas. Eigenlijk iedere les. Het is nu zaak om uit te leggen wat Computational thinking precies is en waarom het inderdaad zoveel wordt toegepast



Computational thinking
Nog nooit van het woord gehoord
Ik heb er ooit van gehoord
Ik heb deze term wel eens gezien
Ik weet wat deze term betekent
Ik kan een definitie geven van deze term
Ik kan een voorbeeld geven
Geef aan hoeveel je al over Computational thinking weet

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Computational thinking is kritisch nadenken

Slide 26 - Tekstslide

Computational thinking lijkt een hele specifieke en moeilijke vaardigheid die alleen aan IT-specialisten en softwareontwikkelaars is toebesteed, maar dat is absoluut niet waar. Ik ben ervan overtuigd dat iedere docent Computational thinking inzet in zijn of haar les. Dat is nu misschien nog onbewust, maar dat zal na deze module niet meer het geval zijn.

Computational thinking is geen "ver van mijn bed show', maar het is een vaardigheid die we nodig hebben bij de alledaagse dingen die we doen. Leven in een samenleving met grote vraagstukken en complexe problemen vraagt simpelweg om computational thinking. 

Definitie:

"Computational thinking is het procesmatig (her)formuleren van problemen op een zodanige manier dat het mogelijk wordt om met computertechnologie het probleem op te lossen."


Denken als een computer wetenschapper


"Computational thinking is het procesmatig (her)formuleren van problemen op een zodanige manier dat het mogelijk wordt om met computertechnologie het probleem op te lossen."

Slide 27 - Tekstslide

Belang voor het onderwijs

Veel van de huidige maatschappelijke en wetenschappelijke vraagstukken zijn dermate complex dat zij niet zonder de hulp van computertechnologie opgelost kunnen worden. Bij deze vraagstukken is de rekenkracht van de computer nodig om tot een oplossing te komen.

Computational thinking richt zich op de vaardigheden die essentieel zijn om problemen op te lossen waarbij veel informatie, variabelen en rekenkracht nodig zijn. Het is daarbij belangrijk om te begrijpen hoe informatie tot stand komt zodat je computersystemen kan benutten voor probleemoplossen, voor het denken in stappen en daarmee in voorwaardelijkheden voor volgorde van de benodigde gegevens. Computertechnologie gebruiken bij het zoeken naar oplossingen betekent inzicht krijgen in algoritmes (een reeks instructies om vanaf een beginpunt een bepaald doel te bereiken) en procedures (een verzameling activiteiten die in een bepaalde volgorde moet worden uitgevoerd).

Algemene onderdelen
  1. Decomponeren
  2. Patroonherkenning
  3. Abstractie
  4. Algoritmisch denken


Slide 28 - Tekstslide

De term Computational thinking is voor het eerst gebruik in 1980 door een wiskundige en computerwetenschapper Seymore Papert. Na verloop van tijd is de term opgebroken in vier algemeen geaccepteerde onderdelen.
Decomponeren



Het vermogen om een probleem te ontleden en op de delen in kleinere delen

Slide 29 - Tekstslide

Iedere keer als we een complex probleem of een grote taak opdelen in kleinere stukjes, dan spreken we van decomponeren (of ontleden). 

Leerlingen krijgen op school ook te maken met complexe problemen of grote taken, die ze het beste eerst kunnen opdelen in kleine behapbare stukjes om daar vervolgens stap voor stap mee aan de slag te gaan. Alle kleine stukjes tezamen lossen uiteindelijk het complexe probleem of de grote taak op. 
Een tekst opdelen in alinea's, toetsstof opdelen en per deel leren, een taakverdeling maken bij een groot project. Allemaal voorbeelden van decomponeren. 

Het oplossen van een puzzel is een typisch voorbeeld van decomponeren. Je kunt het probleem in een keer proberen op te lossen, maar de meeste mensen zullen het probleem (de puzzel) opsplitsen in kleinere delen. Zo kan je eerst de randjes sorteren en de buitenkant van de puzzel maken, vervolgens eventueel sorteren op kleuren of herkenbare delen in de puzzel om zo puzzelstuk voor puzzelstuk kleine stukjes op te lossen om uiteindelijk de hele puzzel op te lossen. 

Laat docenten ook zelf voorbeelden bedenken uit hun dagelijks leven of lespraktijk. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies