E grammar : Can, be able to

TODAY
- Vocabulary quiz - D 
- Homework revision
- Grammar
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

TODAY
- Vocabulary quiz - D 
- Homework revision
- Grammar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

persoonlijkheid

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

schoolkameraad

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

bezitten

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

medaille

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

lenig, soepel

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

HOMEWORK revision
Ex. 11. p. 68

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

E. Grammar
You know how to use can and to be able to

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

E. Grammar
Textbook p. 43:
can and to be able to

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

E. Grammar
Ex. 14 p. 34
Ex. 15 p. 35


Finished ?
Slim stampen grammar
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's lesson goals:
Talking about ability:
-to be able to  know in what ways 
'can' and 'be able to' are similar and different
- to be able to use 'can' and 'be able to'

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

can betekent dus...

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

To be able to betekent dus......

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

to be able to + hele ww

Let op! je moet 'to be' vervoegen:


I am able to play football.

He is able to play football.

They are able to play football.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

to be able to + hele ww in de VT

Als je wilt zeggen dat je ergens toe in staat was.


I was able to play football. (but not anymore because I broke my leg)


My mother  and father were able to read small letters. (but not anymore because they need glasses)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do you think they have the same meaning? If not, what might be the difference?

Slide 16 - Open vraag

Any answer is possible. 
What does it mean when something is 'more formal and less common"?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Can you say "We weren't able to finish the test last Monday"?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you have any secret abilities that most people don't know? What can you do?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

If you work hard at something this year, what will you be able to do next year?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Can
- Vaardigheden: iets kunnen
She can sing.
- Gevolgd door hele werkwoord (infinitief) 
- Ontkennend: 
She can't sing.
- Vragend: 
Can she sing?
Verleden tijd: 
She couldn't sing.

Be able to (formeler)
- In staat zijn om iets te doen: She is able to visit us.
- Gevolgd door hele werkwoord (infinitief) 
- Ontkennend: 
She isn't able to visit us .
- Vragend:
Is / was she able to visit us?
- Verleden tijd: 
She wasn't able to visit us.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

They ....cycle to school because it is not far.
A
are able to
B
can

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We .....swim really fast.
A
are able to
B
can

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ..... go to the party tonight, because I don't have any homework.
A
am able to
B
can

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 12, p. 69 work book
timer
3:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. ________ you come tonight and play a game?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Yes, I (2) _____________ , I'd love to!

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

If you (3) _______ be here at seven, we will (4) _________ to play until nine.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Of course, I (5) __________ come to your place tonight, but why (6) __________ we play right now?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sorry, I (7) ___________

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I know, but then I will (8) ___________ practise with my PS4.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oh, I see, you want to be sure you (9) __________ beat me, don't you?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Well done! :)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies