3.1 Wereld: Water op aarde

Nabespreken proefwerk!
Daarna H3!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Nabespreken proefwerk!
Daarna H3!

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Wereld: Water op aarde
Pak blz. 52 & 53
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Wereld: Water op aarde
Inhoudsopgave
- Wat weten we al?
- Lesdoelen;
- Instructie (samen lezen + vragen);
- Zelfstandig werken;
- Afsluiting;
- Huiswerk.

Slide 3 - Tekstslide

Waar gebruiken wij
water voor?

Slide 4 - Woordweb

Wat is verdampen ook alweer?
A
Vloeistof => gas.
B
Gas => vloeistof.
C
Hetzelfde als smelten.
D
Een vloeistof wordt hard.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is condenseren ook alweer?
A
Vloeistof => gas.
B
Gas => vloeistof.
C
Hetzelfde als smelten.
D
Een vloeistof wordt hard.

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoelen
  • Je weet hoe water verdeeld is over de aarde en hoe de waterkringloop werkt;
  • Je begrijpt waardoor er soms veel en soms weinig water beschikbaar is;
  • Je kunt een grafiek van de waterbalans lezen en begrijpen.

Slide 7 - Tekstslide

Een blauwe planeet
  • Groot deel aardoppervlak = water;

  • Toch op veel plaatsen = TEKORT, maar waarom?

Slide 8 - Tekstslide

Een blauwe planeet
  • Zeewater = ongeschikt om te drinken;
  •  Deel van zeewater verdampt;
  • Damp stijgt op en koelt af tot wolken (zout blijft zitten);
  • Neerslag die op aarde valt = ZOET water;
  • Al het zeewater dat verdampt => TERUG naar zee;
  • Dit is de waterkringloop.

Slide 9 - Tekstslide

Video

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de korte kringloop van water?
A
Als het zeewater verdampt en weer condenseert in zee.
B
Als het zeewater verdampt en condenseert in de bergen.

Slide 11 - Quizvraag

Het water stroomt
  • Regen boven land => lager punt;
  • Regenwater komt in beekjes bij elkaar => regenrivier;

  • In koude gebieden... neerslag = sneeuw;
  • Hoog in de bergen vormen die lagen sneeuw gletsjers;
  • Ijs smelt = gletsjerrivier;

  • Gletsjerrivier en regenrivier (water komt samen) = gemengde rivier.




Slide 12 - Tekstslide

Regenrivier

Slide 13 - Tekstslide

Gletsjerrivier

Slide 14 - Tekstslide

Het verschil in afvoer van een rivier noemen we...

Slide 15 - Open vraag

Te veel of te weinig water?
  • Water komt binnen via rivieren (1) of neerslag (2);
  • Waterbalans = hoeveel water een gebied binnenkomt en hoeveel water het gebied verlaat;
  • Positief = voldoende, negatief = tekort;


Slide 16 - Tekstslide

Hoe zou de
waterbalans hier zijn?
A
Positief.
B
Negatief.

Slide 17 - Quizvraag

Te veel of te weinig water
  • Nuttige neerslag = deel van neerslag dat NIET verdampt;


  • Deel van neerslag stroomt over grond weg: oppervlaktewater;


  • Infiltratie: water zakt weg in grond.



Slide 18 - Tekstslide

OPEN-BOEK vraag: wat is de
vernieuwbare voorraad?

Slide 19 - Open vraag

Gletsjerrivier
Regenrivier
Gemengde rivier

Slide 20 - Sleepvraag

Hoe ga ik het zelfstandig werken in?
Ik ga aan de slag, ik snap het!
Ik wil opdracht 2 met jou samen maken.

Slide 21 - Poll

Zelfstandig werken
Je maakt: 
- Opdr. 1 t/m 8;
- Verkorte leerroute: 2-4-6-8.

Klaar?
1. Nakijken;
2. Lezen/leren/HW maken!
timer
40:00

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk (AGENDA!!!)
Opdrachten 1 t/m 8 (verkort: 2-4-6-8);

Lees alvast 3.2!

Slide 24 - Tekstslide