De ontwikkeling van een kind hangt voor een groot deel af van de interactie met de ouders. Dit geldt zeker in de eerste levensjaren. Later gaat de omgeving een steeds belangrijkere rol spelen. De mate van de ernst van de gevolgen hangt af van de ernst van het geweld. De leeftijd waarop het gebeurt, hoe lang het voortduurt, de mate van steun uit de omgeving, de persoonlijkheid van het kind en de mate van emotionele druk.
Jeugd:
-Belemmering in ontwikkeling: positieve aandacht van de ouder stimuleert een kind zich te ontwikkelen op emotioneel, intellectueel en lichamelijk gebied. Bij kindermishandeling is minder ruimte voor het kind om zich op deze gebieden te ontwikkelen.
-Verstoorde omgang: het kind ervaart de buitenwereld als vijandig of onvoorspelbaar, waardoor zijn omgang met kinderen en volwassenen wordt verstoord.
-Negatief zelfbeeld: Het mishandelde kind heeft de neiging de schuld bij zichzelf te leggen, waardoor hij een negatief zelfbeeld creëert en onzeker is.
-Stress: Door veel stress ontstaat er een afwijking in de ontwikkeling van de prefrontale cortex. Het stress-responssysteem van mishandelde kinderen is hypersensitief. Hierdoor reageren zij voortdurend vanuit een stressrectie: vecht, vlucht, bevries. Daarnaast kan de afwijkende ontwikkeling zorgen voor moeite hebben bij het nemen van beslissingen, plannen, sociaal gewenst gedrag vertonen en problemen met impulsbeheersing.
-Parentificatie: Ook kan het voorkomen dat een mishandeld kind de rol van ouder op zich neemt en zijn ouder/ouders verzorgt. Een kind die deze rol op zich neemt heeft moeite met grenzen stellen en heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel.
Volwassen leven:
- Psychische problemen: Zoals PTSS. Het slachtoffer herbeleeft de schokkende gebeurtenissen in de vorm van onverwachte herinneringen met bijbehorende angsten. Dit kan nog jaren na het voorval voorkomen.
- Epigenetische veranderingen: Het gebrek aan zorg en aandacht van de moeder zorgt voor uitschakeling van het gen dat belangrijk is voor stressrespons. Vroegtijdige verwaarlozing kan leiden tot een levenslang veranderd stressrespons. Denk aan de vecht, vlucht of bevries reactie.
- Psychosomatische klachten: dit zijn lichamelijke klachten zoals buikpijn en hoofdpijn die een psychische oorzaak hebben.
- Verslaving, zelfverwonding, zelfmoord: verdoven en uitvluchten.
- Intergenerationele overdracht: 1/3 van de slachtoffers van kindermishandeling mishandelt als ouder zijn of haar kind. Dit vindt minder vaak plaats wanneer het geweld minder bedreigend en minder langdurig was, als het kind de schuld niet bij zichzelf legt, als de moeder weinig depressieve klachten had. De kans op herstel is voor deze groep slachtoffers groter.
- Dissociatieve stoornis: Dit houdt in dat hersenen zich als het ware uitschakelen. Het volwassen slachtoffer kan zich gaan dissociëren wanneer een onprettige herinnering naar boven komt. Mensen die vaak ongewild dissociëren geven aan ‘gaten in hun dag’ te hebben. Het kan leiden tot concentratiestoornissen.