Pubquiz 2

Hoe gaat het?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ
1 / 56
volgende
Slide 1: Poll
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe gaat het?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 1 - Poll

Slide 2 - Tekstslide

Recht dat geldt.

A
positieve recht
B
rechtsstaat
C
ideale recht
D
geschreven regels

Slide 3 - Quizvraag

Het geheel aan rechtsregels dat de mensen graag zouden willen hebben.

A
positieve recht
B
rechtsstaat
C
ideale recht
D
geschreven regels

Slide 4 - Quizvraag

ongeschreven regels
A
Recht dat geldt.
B
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd.
C
Het geheel aan rechtsregels dat de mensen graag zouden willen hebben.
D
Burgers zijn verplicht zich aan de wetten van de grondwet te houden.

Slide 5 - Quizvraag

Burgers zijn verplicht zich aan de wetten van de grondwet te houden.

A
positieve recht
B
rechtsstaat
C
ideale recht
D
geschreven regels

Slide 6 - Quizvraag

Recht dat geldt
A
positieve recht
B
rechtsstaat
C
ideale recht
D
geschreven regels

Slide 7 - Quizvraag

rechtsstaat
A
Recht dat geldt.
B
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd.
C
Het geheel aan rechtsregels dat de mensen graag zouden willen hebben.
D
Burgers zijn verplicht zich aan de wetten van de grondwet te houden.

Slide 8 - Quizvraag

ideale recht
A
Recht dat geldt.
B
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd.
C
Het geheel aan rechtsregels dat de mensen graag zouden willen hebben.
D
Burgers zijn verplicht zich aan de wetten van de grondwet te houden.

Slide 9 - Quizvraag

positieve recht
A
Recht dat geldt.
B
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd.
C
Het geheel aan rechtsregels dat de mensen graag zouden willen hebben.
D
Burgers zijn verplicht zich aan de wetten van de grondwet te houden.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Rechtsregels hebben als voordeel dat ze mensen te veel zekerheid geven.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Rechtsregels maken dingen vaak onduidelijker.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Rechtsregels bevorderen meestal de rechtvaardigheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Rechtsregels veroorzaken in de regel veel conflicten.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Als in een samenleving andere regels gaan gelden dan de geschreven regels voorschrijven, kan dat wel eens tot problemen leiden.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Het positieve recht is in een samenleving altijd in overeenstemming met het ideale recht
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

In een rechtsstaat hoeft een overheid zich niet aan de regels te houden
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

In een rechtsstaat moet iedereen zich aan de regels houden.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

negatieve sancties
A
We verwachten dat mensen zich op een bepaalde manier gedragen.
B
Straffen.
C
Toezicht op elkaar wat ervoor zorgt dat mensen zich beheersen.
D
Mensen kennen elkaar niet.

Slide 21 - Quizvraag

Mensen kennen elkaar niet.
A
norm besef
B
negatieve sancties
C
sociale controle
D
anoniem

Slide 22 - Quizvraag

sociale controle
A
We verwachten dat mensen zich op een bepaalde manier gedragen.
B
Straffen.
C
Toezicht op elkaar wat ervoor zorgt dat mensen zich beheersen.
D
Mensen kennen elkaar niet.

Slide 23 - Quizvraag

Anoniem
A
We verwachten dat mensen zich op een bepaalde manier gedragen.
B
Straffen.
C
Toezicht op elkaar wat ervoor zorgt dat mensen zich beheersen.
D
Mensen kennen elkaar niet.

Slide 24 - Quizvraag

normbesef
A
We verwachten dat mensen zich op een bepaalde manier gedragen.
B
Straffen.
C
Toezicht op elkaar wat ervoor zorgt dat mensen zich beheersen.
D
Mensen kennen elkaar niet.

Slide 25 - Quizvraag

Toezicht op elkaar wat ervoor zorgt dat mensen zich beheersen.
A
norm besef
B
negatieve sancties
C
sociale controle
D
anoniem

Slide 26 - Quizvraag

We verwachten dat mensen zich op een bepaalde manier gedragen.
A
norm besef
B
negatieve sancties
C
sociale controle
D
anoniem

Slide 27 - Quizvraag

Straffen.
A
norm besef
B
negatieve sancties
C
sociale controle
D
anoniem

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

We verwachten dat mensen zich op een bepaalde manier gedragen, dit noemen we normbesef.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Als er regels zijn in een samenleving, moeten ze natuurlijk niet worden opgevolgd.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Een Whatt's app groep met de buurt is een voorbeeld van sociale controle
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Hoe belangrijker een waarde of norm is, des te te milder zal de sancties zijn bij de overtreding.
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

In dorpen is de sociale controle kleiner dan in de stad.
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

In kleine leefgemeenschappen houdt iedereen elkaar in de gaten.
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

In de stad is het leven een stuk anoniemer.
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide

Identificatieplicht
A
De rechter moet je mening vragen wat je van de scheiding vindt (vanaf twaalf jaar) (of je bij je vader of moeder wilt gaan wonen bij een scheiding)
B
Toezicht op elkaar wat ervoor zorgt dat mensen zich beheersen.
C
Mensen kennen elkaar niet.
D
Iedereen moet eenย  identiteitsbewijs kunnen laten zien.

Slide 38 - Quizvraag

Hoorrecht
A
De rechter moet je mening vragen wat je van de scheiding vindt (vanaf twaalf jaar) (of je bij je vader of moeder wilt gaan wonen bij een scheiding)
B
Toezicht op elkaar wat ervoor zorgt dat mensen zich beheersen.
C
Mensen kennen elkaar niet.
D
Iedereen moet eenย  identiteitsbewijs kunnen laten zien.

Slide 39 - Quizvraag

Sociale controle
A
De rechter moet je mening vragen wat je van de scheiding vindt (vanaf twaalf jaar) (of je bij je vader of moeder wilt gaan wonen bij een scheiding)
B
Toezicht op elkaar wat ervoor zorgt dat mensen zich beheersen.
C
Mensen kennen elkaar niet.
D
Iedereen moet eenย  identiteitsbewijs kunnen laten zien.

Slide 40 - Quizvraag

anoniemer
A
De rechter moet je mening vragen wat je van de scheiding vindt (vanaf twaalf jaar) (of je bij je vader of moeder wilt gaan wonen bij een scheiding)
B
Toezicht op elkaar wat ervoor zorgt dat mensen zich beheersen.
C
Mensen kennen elkaar niet.
D
Iedereen moet eenย  identiteitsbewijs kunnen laten zien.

Slide 41 - Quizvraag

Mensen kennen elkaar niet.
A
sociale controle
B
identificatieplicht
C
anoniemer
D
hoorrecht

Slide 42 - Quizvraag

De rechter moet je mening vragen wat je van de scheiding vindt (vanaf twaalf jaar) (of je bij je vader of moeder wilt gaan wonen bij een scheiding)
A
sociale controle
B
identificatieplicht
C
anoniemer
D
hoorrecht

Slide 43 - Quizvraag

Iedereen moet eenย  identiteitsbewijs kunnen laten zien.
A
sociale controle
B
Identificatieplicht
C
anoniemer
D
hoorrecht

Slide 44 - Quizvraag

Toezicht op elkaar wat ervoor zorgt dat mensen zich beheersen.
A
sociale controle
B
identificatieplicht
C
anoniemer
D
hoorrecht

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide

Voor jongeren zijn er enkele speciale rechten gemaakt.
A
juist
B
onjuist

Slide 47 - Quizvraag

Vanaf je elfde mag je lid worden van de medezeggenschapsraad van school.
A
juist
B
onjuist

Slide 48 - Quizvraag

De medezeggenschapsraad geeft adviezen aan het bestuur van de school.
A
juist
B
onjuist

Slide 49 - Quizvraag

Als ouders gaan scheiden heb je als kind geen hoorrecht.
A
juist
B
onjuist

Slide 50 - Quizvraag

Hoorrecht betekent dat de rechter niet om jouw mening vraagt wat je van de scheiding vind.
A
juist
B
onjuist

Slide 51 - Quizvraag

Kinderarbeid was in de 19e eeuw niet gewoon.
A
juist
B
onjuist

Slide 52 - Quizvraag

Als je achttien bent mag je stemmen en kun je jezelf verkiesbaar stellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 53 - Quizvraag

Als je op een brommer rijdt is een bromfietscertificaat verplicht.
A
juist
B
onjuist

Slide 54 - Quizvraag

Wat vond je van deze Pub-quiz
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 55 - Poll

Wat vind je van de uitleg van de docent?
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 56 - Poll