Synoniemen en antoniemen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Antoniemen
Aan het eind van de les:

weet je wat een antoniem is
kun je antoniemen herkennen in een tekst
kun je antoniemen bedenken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

SYNONIEM
Een synoniem betekent dat je twee verschillende woorden hebt die toch hetzelfde betekenen.

Bijvoorbeeld: gek en gestoord

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

ANTONIEMEN
Antoniemen zijn woorden die iets compleet verschillend betekenen.

Bijvoorbeeld: mooi en lelijk of klein en groot

Slide 6 - Tekstslide

Antoniemen
kun je in een zin herkennen aan signaalwoord

maar...
echter....
enerzijds..... anderzijds....
In tegenstelling tot......

Slide 7 - Tekstslide

Maak de zin af met een antoniem.
Ik was jarig...
A
en vierde feest
B
en werd een jaar ouder
C
maar ik heb het niet gevierd
D
ofwel ik verjaarde

Slide 8 - Quizvraag

Antoniemen
Kun je soms herkennen door voor- of achtervoegsels
(zoals, in, on, niet, non anti, contra en loos)

Bijvoorbeeld:
zin en zinloos
compleet incompleet


Slide 9 - Tekstslide

Wat is een antoniem voor emotie?
A
gevoel
B
onzin
C
emotieloos

Slide 10 - Quizvraag

Deze nacht was ik erg bang van het onweer.

Door de harde wind lag ik erg angstig in bed.
A
ANTONIEM
B
SYNONIEM

Slide 11 - Quizvraag

Ik nam gisteren een koud voorgerecht.

Voor mijn verjaardag wilde ik enkel warme groenten.
A
ANTONIEM
B
SYNONIEM

Slide 12 - Quizvraag

Mijn buurvrouw gaf een rode roos aan het verliefde koppeltje.

Soldaat, je moet in de roos schieten!
A
ANTONIEM
B
SYNONIEM

Slide 13 - Quizvraag

De hond jankt omdat hij zijn baasje mist.

Het meisje huilt omdat ze op haar hoofd is gevallen.
A
ANTONIEM
B
SYNONIEM

Slide 14 - Quizvraag

Geef een antoniem voor het woord:
WINTER

Slide 15 - Open vraag

Geef een antoniem voor het woord:
KOUD

Slide 16 - Open vraag

Maak de zin af met een antoniem
Hij huilde.....

Slide 17 - Open vraag

Geef een antoniem voor het woord:
NACHT

Slide 18 - Open vraag

Geef een antoniem voor het woord:
GELUKKIG

Slide 19 - Open vraag

ANTONIEM: JONG
A
PRIL
B
JEUGDIG
C
OUD
D
KLEIN

Slide 20 - Quizvraag

ANTONIEM: MOOI
A
PRACHTIG
B
LELIJK
C
AANTREKKELIJK
D
KNAP

Slide 21 - Quizvraag

SYNONIEM: LANGZAAM
A
TRAAG
B
SNEL
C
GAUW
D
RAP

Slide 22 - Quizvraag

ANTONIEM: LEEG
A
VOL
B
VERLATEN
C
BEZET
D
ONBEZET

Slide 23 - Quizvraag

ANTONIEM: VAAK
A
NOOIT
B
MEESTAL
C
FREQUENT
D
DIKWIJLS

Slide 24 - Quizvraag

SYNONIEM: KWAAD
A
BLIJ
B
VROLIJK
C
GEMEEN
D
BOOS

Slide 25 - Quizvraag

SYNONIEM: VUIL
A
REIN
B
SCHOON
C
VIES
D
PROPER

Slide 26 - Quizvraag

Pauze
Jij bent heel goed bezig!

Neem even een korte pauze. Pak wat drinken, loop een rondje of doe een dansje.

We gaan zo weer verder!

Slide 27 - Tekstslide

Hoe vond jij deze les? Slepen maar!
Reflectie
Ik vond deze les ...

HEEL LEUK
WEL LEUK
LEERZAAM
MOEILIJK

Slide 28 - Sleepvraag

Well done!!!

Slide 29 - Tekstslide