Een beslissing op het moment van spreken.Julie: There's no milk.
John: Really? In that case, I'll go and get some.
Een voorspelling gebaseerd op een mening:
I think the Conservatives will win the next election.
Een toekomstig feit (gebeurt altijd)
The sun will rise tomorrow.
Voor beloften / verzoeken / weigeringen / iets aanbieden:
I will help you tomorrow, if you like.