In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Toetstraining
Hoe kun je een toetsvraag goed beantwoorden?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Taxonomie van Bloom
Slide 2 - Tekstslide
Wat vraagt een docent eigenlijk van je als hij je een toets laat maken? Hij wil weten of je de leerstof snapt en begrijpt.
Taxonomie van Bloom. Begint onderaan met kennis. Dat gaat om begrippen kennen. Zaken die je kunt leren. Daarboven staat de vaardigheid begrijpen. Je hebt hier niet alleen kennis, maar je kunt ook uitleggen waarom je tot een antwoord komt. In de brugklas laat je zien dat je deze twee dingen kan. Later ga je ook laten zien dat je zelf kan toepassen, analyseren, evalueren en creëren.
Slide 3 - Tekstslide
Wij houden ons nu alleen bezig met onthouden en begrijpen, de twee linker rijen. Zie je dat er andere woorden horen bij de verschillende vaardigheden? Die woorden zie je vaak terug in de vragen van de toets.
Zo weet je met wat voor soort vraag je te maken hebt en wat voor soort antwoord je docent van je verwacht.
Kennis
benoemen
aanwijzen
herkennen
noteren
Wat moet je doen? Schrijf op.
Begrijpen
toelichten
formuleer in je eigen woorden
beschrijven
Wat moet je doen? Leg uit.
Slide 4 - Tekstslide
Wij gebruiken het woord kennis in plaats van onthouden. Dat is duidelijker. Hier zie je per type vraag werkwoorden die erbij horen. Het zijn verschillende woorden, maar elk rijtje vraagt hetzelfde van je. Kennisvraag? Schrijf op. Wees kort. Begrijpvraag? Leg uit, laat zien dat je het begrijpt. Langer antwoord.
Kennis en begrijpen
Kennis
Kort antwoord. Je laat zien dat je kennis hebt.
Begrijpen
Langer antwoord. Je laat zien dat je het begrijpt. Je kunt uitleggen waarom je ergens voor kiest.
Slide 5 - Tekstslide
Hier zie je nog een keer het verschil tussen de twee soorten vragen. Hierna volgen een aantal meerkeuzevragen. Zo zie je wat voor soort vragen je tegen kan komen en hoe je moet antwoorden.
Wijs het signaalwoord voor reden aan in alinea 5.
A
kennis
B
begrijpen
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Behoort de zin '.......' tot de hoofd- of bijzaak van alinea 2. Leg je antwoord uit.
A
kennis
B
begrijpen
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
'Ze zijn slap'(alinea 4) Is deze zin een standpunt of een argument?
A
kennis
B
begrijpen
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Noteer in je eigen woorden de delen van deze tegenstelling (de uitspraak en wat er wordt tegengesteld).