Dit hoofdstuk gaan we ook kijken naar dingen die plots gebeuren. Dit zie je meestal aan het woord "
suddenly" of het zinnetje "
all of a sudden" dit betekend plotseling of ineens.
Je gebruikt dan altijd de PRESENT SIMPLE
Een belangrijk verschil is dus:
Dingen die NU gebeuren/bezig zijn = present continuous
Dingen die PLOTS gebeuren = present simple