In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Het gedrag van mensen wordt in sterke mate bepaald door hun zelfbeeld.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 3 - Quizvraag
Normen zijn duidelijk meetbaar en kun je zien als een soort spelregels van waarden
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het doel van zelfreflectie?
Slide 5 - Open vraag
Hoe noemen we het begrip wat duidt op:
Betrouwbaarheid van binnenuit, niet omkoopbaar; ook onder druk.
A
Assertiviteit
B
Integriteit
C
Betrokkenheid
D
Respect
Slide 6 - Quizvraag
Noem de drie manieren om in contact met anderen te reageren. (bijvoorbeeld op werk bij een meningsverschil)
Slide 7 - Open vraag
Een zwak punt is hetzelfde als een valkuil.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 8 - Quizvraag
Een kwaliteit en een vaardigheid zijn qua betekenis hetzelfde.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 9 - Quizvraag
Als je iemand feedback geeft houdt je rekening met drie belangrijke punten. Noem ze in de juiste volgorde.
Slide 10 - Open vraag
De aangeboren manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden wordt temperament genoemd.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 11 - Quizvraag
Basishouding die bij je persoonlijkheid behoort en onlosmakelijk verbonden is met persoonlijke waarden en normen. DIT NOEMEN WE?
A
Beroepshouding
B
Grondhouding
Slide 12 - Quizvraag
Verplichting om zorgvuldig om te gaan met vertrouwelijke gegevens, zodat het recht op privacy is gewaarborgd.
A
Geheimhoudingsplicht
B
Integriteit
Slide 13 - Quizvraag
Aspecten beroepshouding
Slide 14 - Woordweb
Alle intimiteiten (fysiek/nabijheid) van iemand anders die tegen de zin van het slachtoffer plaatsvinden en als ongewenst worden ervaren DIT NOEMEN WE:
A
INTIMITEIT
B
ONGEWENSTE INTIMITEIT
Slide 15 - Quizvraag
Het vermogen om je in te leven in een ander noemen we?
A
Echtheid
B
Empathie
C
Integer
D
zwijgplicht
Slide 16 - Quizvraag
Het recht om keuzes te maken, eigen gedrag te sturen vanuit persoonlijke overtuigingen: DIT NOEMEN WE?