LES 9 - de grote communicatie quiz

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MethodiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Het gedrag van mensen wordt in sterke mate bepaald door hun zelfbeeld.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 3 - Quizvraag

Normen zijn duidelijk meetbaar en kun je zien als een soort spelregels van waarden
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het doel van zelfreflectie?

Slide 5 - Open vraag

Hoe noemen we het begrip wat duidt op:

Betrouwbaarheid van binnenuit, niet omkoopbaar; ook onder druk.
A
Assertiviteit
B
Integriteit
C
Betrokkenheid
D
Respect

Slide 6 - Quizvraag

Noem de drie manieren om in contact met anderen te reageren.
(bijvoorbeeld op werk bij een meningsverschil)

Slide 7 - Open vraag

Een zwak punt is hetzelfde als een valkuil.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 8 - Quizvraag

Een kwaliteit en een vaardigheid zijn qua betekenis hetzelfde.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 9 - Quizvraag

Als je iemand feedback geeft houdt je rekening met drie belangrijke punten.
Noem ze in de juiste volgorde.

Slide 10 - Open vraag

De aangeboren manier waarop iemand reageert op bepaalde
omstandigheden wordt temperament genoemd.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 11 - Quizvraag

Basishouding die bij je persoonlijkheid behoort en onlosmakelijk verbonden is met persoonlijke waarden en normen.
DIT NOEMEN WE?
A
Beroepshouding
B
Grondhouding

Slide 12 - Quizvraag

Verplichting om zorgvuldig om te gaan met vertrouwelijke gegevens, zodat het recht op privacy is gewaarborgd.

A
Geheimhoudingsplicht
B
Integriteit

Slide 13 - Quizvraag

Aspecten beroepshouding

Slide 14 - Woordweb

Alle intimiteiten (fysiek/nabijheid) van iemand anders die tegen de zin van het slachtoffer plaatsvinden en als ongewenst worden ervaren
DIT NOEMEN WE:
A
INTIMITEIT
B
ONGEWENSTE INTIMITEIT

Slide 15 - Quizvraag

Het vermogen om je in te leven in een ander noemen we?
A
Echtheid
B
Empathie
C
Integer
D
zwijgplicht

Slide 16 - Quizvraag

Het recht om keuzes te maken, eigen gedrag te sturen vanuit persoonlijke overtuigingen:
DIT NOEMEN WE?
A
ZELFBESCHIKKING
B
REPRESENTATIVITEIT

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide