GL1 Meer dan lezen par. 1 Onbekende woorden uitleg

Welkom

Onbekende woorden
Nederlands
Wat heb je nodig?

Lesboek, schrift + pen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Onbekende woorden
Nederlands
Wat heb je nodig?

Lesboek, schrift + pen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
- Welkom
-Uitleg over woordraadstrategieën
- Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel


Je leert de betekenis van onbekende woorden op te zoeken zonder een woordenboek te gebruiken.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom vul je je schatkist met woorden?

*Heb je een grote woordenschat en veel kennis over deze woorden? Dan ben je beter in staat om een geschreven tekst te begrijpen. 

*Natuurlijk niet alleen woorden in teksten, maar ook in fragmenten en de gesproken taal. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overal kom je woorden tegen !

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zie je een onbekend woord ?
Hoe vind je de betekenis van een onbekend woord in een tekst?
  • Je zoekt het onbekende woord in de tekst.
  • Je gaat naar de context van het woord kijken door verder of terug te lezen.
  • In de context zoek je naar een synoniem, omschrijving, voorbeeld of tegenstelling die je helpt om de betekenis te achterhalen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.
  • exact - precies
  • vreemde snuiter - rare snijboon - zonderling

Vaak vind je als je even verder leest in de tekst een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.
--> aantekeningen maken!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie omschrijving:
De schrijver geeft al een omschrijving  van het woord.

  • Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.
  • Misofonie, mensen die zich ergeren aan bepaalde, op zich onschuldige, geluiden, zoals luid ademen en harde muziek uit oordopjes.
-->aantekeningen maken!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie: een voorbeeld zoeken:
Soms staan er in een tekst voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen. Je weet dan meteen wat de schrijver bedoelt.
  • Bij een voorbeeld vind je vaak de volgende woorden: bijvoorbeeld, zo is er..., zoals, denk maar aan..., neem
  • Ook een dubbele punt kan aangeven dat er voorbeelden volgen: 'zij houden van balsporten: voetbal, volleybal, korfbal.'


-->aantekeningen maken!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie: een tegenstelling zoeken:
Soms weet je niet wat een woord betekent, maar staat er wel een tegenstelling die je wel kent, waardoor je de betekenis van het woord zelf ook kunt raden.
  • Bij een tegenstelling vind je vaak de volgende woorden: maar, toch, echter, hoewel
  •  'De burgemeester wilde het concert afgelasten, maar uiteindelijk mocht het toch doorgaan.


-->aantekeningen maken!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oom Gerrit is altijd erg joviaal, maar tante Sientje is niet zo hartelijk.
Wat is een synoniem voor joviaal?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland dragen de meeste toer- en sportfietsers een helm, maar in het gewone verkeer bijna niemand.
Aan welk woord kun je zien dat je met een tegenstelling te maken hebt?
Tegenstelling?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jasper heeft individueel pianoles,
omdat hij het best presteert als hij alleen les krijgt en zelfgekozen muziek kan spelen.
Overleg in tweetallen 
- Wat betekent individueel?
- Hoe weten jullie dit?

Slide 13 - Tekstslide

Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis.
Hardloopster Dafne Schippers is een vedette,
een beroemd persoon, die altijd voor de winst gaat.
Overleg in tweetallen 
- Wat betekent vedette?
- Hoe weten jullie dit?

Slide 14 - Tekstslide

Een omschrijving legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit.
De meeste zuivelproducten,
bijvoorbeeld melk, kaas en kwark,
bewaar je in de koelkast.
Overleg in tweetallen 
- Wat betekent zuivelproducten?
- Hoe weten jullie dit?

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit.
De oud-voetballer Arjen Robben
woont nu in een riante villa,
maar hij groeide op in een veel kleiner huis.
Overleg in tweetallen 
- Wat betekent riante?
- Hoe weten jullie dit?

Slide 16 - Tekstslide

Een tegenstelling kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen.
WOORDRAADSTRATEGIE - VOORBEELD
is een ander woord met dezelfde betekenis
leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit
legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit
kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

WOORDRAADSTRATEGIE - TEGENSTELLING
is een ander woord met dezelfde betekenis
leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit
legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit
kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

WOORDRAADSTRATEGIE - SYNONIEM
is een ander woord met dezelfde betekenis
leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit
legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit
kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

WOORDRAADSTRATEGIE - OMSCHRIJVING
is een ander woord met dezelfde betekenis
leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit
legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit
kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

Wat? Maak opdracht 1 van blz. 10. Je mag in je boek markeren.

Tijd? 10 minuten

Klaar? Ga verder met opdracht 2. 

Resultaat? Volgende les samen nakijken. 





Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies