Communicatie met de SBARR

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze leerwerkprestatie is als voorbereiding op het examen 'Coördineren van zorg'.

Slide 2 - Tekstslide

Verder met:
  • LWP doornemen
  • Zoek het examen Coördineren in het ziekenhuis op (Prove2move)
  • Bijbehorende LWP opdrachten opzoeken in allyoucanlearn.eu
       B1-K1-W9 ‘Coördineert de zorg van individuele zorgvragers’
       B1-K2-W2 'Werkt samen met andere beroepsgroepen'
       P1-K1-W2 'Communiceert met de zorgvrager ter bevordering.....'
  • Wat heb je al gedaan en waar ga je mee bezig?
  • Leerdoelen formuleren (leermeter en bolletje 1)
  • Leervragen, onderwerpen formuleren voor de komende weken

Slide 3 - Tekstslide



Communicatie met de SBARR  en de
ABCDE- methode

Slide 4 - Tekstslide

SBARR methode
Waar denk je aan?

Slide 5 - Woordweb

Leerdoelen

  • De student heeft kennis van de SBARR methode
  • De student kan benoemen wat er bij de verschillende onderdelen moet worden benoemd.
  • De student kan een overdracht volgens de SBARR doen.
  • De student heeft kennis van de ABCDE-methode
  • De student weet waarom deze methode van belang is

Slide 6 - Tekstslide

SBARR
Door middel van de in Amerika ontwikkelde SBARR-methode kunnen zorgprofessionals gestructureerd en eenduidig met elkaar communiceren over een mogelijk, bedreigende situatie. Deze makkelijk te onthouden methode is van belang om snel maar toch correct te communiceren, zodat de gewenste zorg tijdig gegeven kan worden. Belangrijk doel van de methode is dat de instabiele situatie waarin de patiënt zich bevindt niet ontspoort en de patiënt zo geen schade oploopt.

Slide 7 - Tekstslide

Voordelen SBAR(R)?
  • Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
  • Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wordt de SBARR op de afdeling waar jij werkt gebruikt en wat vindt je ervan?

Slide 10 - Tekstslide

S =Situation (situatie)

Hoe is de situatie waarover je belt?

Wat is jouw relatie tot de patiënt?


Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: 'Ik ben de verpleegkundige van patiënt ... en ik maak mij zorgen om ...'.

Slide 11 - Tekstslide

B=Background (achtergrond)

De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.

Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.

Slide 12 - Tekstslide

A=Assesment (beoordeling)

Assessment: Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?


 Bijvoorbeeld: 'Het probleem zou cardiaal kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker.'

Slide 13 - Tekstslide

R=Reccommendation (aanbeveling)

Reccommendation: Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?

Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de patiënt zelf te beoordelen.'

Slide 14 - Tekstslide

R= 'Repeat' (herhaal).

 Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.


Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Door wie is de SBAR methode ontwikkeld?
A
UMCG Groningen
B
V&VN
C
De Amerikaanse marine
D
VMS

Slide 19 - Quizvraag

Bij welke situaties kan de SBAR(R)- methode worden toegepast?
A
Bij een overdracht
B
Tijdens MDO
C
Bij artsenvisite
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 20 - Quizvraag

De verpleegkundige vertelt dat de patiënt bekend is met diabetes mellitus. Bij welke fase past dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation

Slide 21 - Quizvraag

De verpleegkundige vraagt de arts of ze alvast een infuusnaald kan inbrengen. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 22 - Quizvraag

De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een nabloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 23 - Quizvraag

ABCDE-methode

  • Methode van observeren
  • Soms wordt hiermee gerapporteerd
  • Treat first what kills first

Slide 24 - Tekstslide

ABCDE
Airway- Ademweg
Breathing -ademhaling
Circulation- Circulatie
Disability -Neurologische toestand/bewustzijn
Exposure- omgevingsfactoren (koude/warmte, breuken en kneuzingen etc)

Slide 25 - Tekstslide

Rapportage
Dhr heeft vandaag een redelijke dag. Hij kwam een uur in de stoel. De wond op de buik zag er rustig uit en werd opnieuw verbonden. Hij plaste ca. 30 cc/u en zijn andere controles: RR 110/55, p: 75 sl/min en saturatie 99%, zuurstof afgebouwd naar 2 ltr/min. Dhr kwam aan tafel zitten en hij at goed.
Het infuus is wat opgehoogd.
ZET DEZE RAPPORTAGE IN ABCDE. 

Slide 26 - Tekstslide

casus
Dhr. Pater is 82 jaar oud en hij is opgenomen op jouw verpleegafdeling met een waarschijnlijke hyponatriëmie. Hij is thuis ten val gekomen en heeft daarna twee dagen op de grond gelegen voordat een medewerker van de thuiszorg hem heeft gevonden. Dhr. was zijn alarmbel vergeten te dragen, zodat hij niet in staat was iemand in te lichten. Hij is de laatste tijd vergeetachtig. Gelukkig heeft dhr. Pater niets gebroken en heeft hij weinig pijn. Dhr. Pater is bekend met atriumfibrilleren, diabetes type 2 en hypertensie. Verder bevat zijn voorgeschiedenis: cataract en diabetes mellitus type 2. Hij neemt de volgende medicatie: 1 x daags metformine 500mg, 1 x daags sintrom zoals voorgeschreven door de trombosedienst, 1 x daags metoprolol 100mg. Dhr. ligt sinds vanmorgen op de afdeling. Het valt je op dat meneer Pater verward is en klaagt over duizeligheid.

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag per 2/3
  • Je gaat een arts bellen over dhr Pater hoe gaat dit telefoongesprek volgens de SBARR methode?
  • Je loopt artsenvisite, wat is jou inbreng?
  • Je rapporteert daarna voor je collega's, hoe ziet je rapportage eruit volgens de ABCDE-methode? 
  • Terugkoppelen centraal

Slide 28 - Tekstslide

Zelf verder met:
  • maak een reflectie van deze les (bewijsmateriaal)
  • ga aan de slag met  BPV opdrachten

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

EINDE

Slide 31 - Tekstslide