Via Vervolg thema 3 hoofdstuk 1 'belangrijke woorden'

Thema Belangrijke woorden
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3,4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema Belangrijke woorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Vertel in je eigen woorden wat een ecoduct is.

Slide 5 - Open vraag

zich voortplanten

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent het volgende woord?
Zich voortplanten
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 7 - Quizvraag

de vervuiling

Slide 8 - Tekstslide

vervuiling is?

Slide 9 - Woordweb

vegetarisch
uitsterven

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent het volgende woord?
Uitsterven
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
Het ophouden te bestaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 11 - Quizvraag

Welke dieren kunnen snel uitsterven?

Slide 12 - Open vraag

het seizoen
het regenwoud

Slide 13 - Tekstslide

welke 4 seizoenen ken jij?

Slide 14 - Open vraag

De winter is het meest koude _____.
A
Landschap
B
Milieu
C
Weersverwachting
D
Seizoen

Slide 15 - Quizvraag

de natuur
het milieu

Slide 16 - Tekstslide

Wat betekent het volgende woord?
De natuur
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?
Het milieu
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 18 - Quizvraag

het landschap
het klimaat

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekent het volgende woord?
Het landschap
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?
Het Klimaat
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 21 - Quizvraag

recyclen
de oceaan

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekent het volgende woord?
oceaan
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee werelddelen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 23 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?
Recyclen
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 24 - Quizvraag

biologisch
de afvalscheiding

Slide 25 - Tekstslide

welk afval gooien jullie apart weg?

Slide 26 - Woordweb

Bij _____ doe je glas in de glasbak.
A
Weersverwachting
B
Afvalscheiding
C
Vervuiling
D
Voortplanten

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?
De vervuiling
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 28 - Quizvraag

weersverwachting

Slide 29 - Tekstslide

wat hoort bij het weer

Slide 30 - Woordweb

Wat betekent het volgende woord?
De weersverwachting
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 31 - Quizvraag

Wat is Fauna?

Slide 32 - Open vraag

Wat is Flora?

Slide 33 - Open vraag

Ken je een zeldzaam dier?

Slide 34 - Open vraag

Als een boer zijn gewassen van het land haalt dan noem je dat....

Slide 35 - Open vraag

Waarom wordt het land bemest?

Slide 36 - Open vraag