Thema 5 BS 6 Genen en eiwitten

Celdeling
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Celdeling

Slide 1 - Tekstslide

Chromosomen

Slide 2 - Tekstslide

4 cijferige code
DNA

Slide 3 - Tekstslide




<.         gen        .>

Slide 4 - Tekstslide




<.         gen        .>

Slide 5 - Tekstslide

Genen en eiwitten

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen dat cellen alleen de informatie gebruiken die ze nodig hebben. 

Slide 7 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

Eiwitten
Actief en niet actief


Slide 8 - Tekstslide

DNA-Sequentie
DNA-Sequentie van een gen bevat de informatie voor het maken van een specifiek eiwit

Eiwitten regelen de werking van het lichaam

Recept voor eiwitten

Slide 9 - Tekstslide

Eiwitten
  • Een DNA-sequentie is een recept voor een eiwit
  • Bijvoorbeeld het eiwit wat je oogkleur blauw maakt, of je haar bruin
  • 2 stappen van DNA naar eiwit:

Slide 10 - Tekstslide

Actief en niet actief
  • Een cel gebruikt alleen de genen die hij nodig heeft.
  • Welke actief zijn hangt af van de plaats.
  • Kleur ogen alleen actief in de ogen, niet in de lever.
  • Gen kan beetje tot erg actief zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Genen
In elke lichaamscel zijn alle genen aanwezig.
Maar elke cel heeft maar bepaalde genen nodig. De andere genen staan uit (ze zijn dus niet actief).

Slide 12 - Tekstslide

Genen 
Activiteit van genen
-Niet alle genen in een cel zijn actief
-Afhankelijk van de plaats in het lichaam
-Genen kunnen een beetje of heel erg actief zijn (hard/zacht staan)

Slide 13 - Tekstslide

Maken van de opdrachten

Th. 5.7  Genen en eiwitten   1   t/m  3

Klaar?
Test jezelf 5.1 t/m 5.5 


Slide 14 - Tekstslide