1.2 Bijzondere Bronnen 1

WAT IS GESCHIEDENIS?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

WAT IS GESCHIEDENIS?

Slide 1 - Tekstslide

Hoe kennen wij de geschiedenis?
Wij weten 'dingen' over vroeger, door overblijfselen.

Deze overblijfselen noemen we bij het vak geschiedenis ook wel bronnen.

Slide 2 - Tekstslide

Bronnen zijn héél belangrijk bij geschiedenis!

We kunnen bronnen op verschillende manieren indelen:

A: Directe bronnen of Indirecte bronnen

B: Geschreven bronnen of Ongeschreven bronnen

Slide 3 - Tekstslide

Directe Bronnen:

- Gemaakt door mensen die er bij (betrokken) waren:

Indirecte Bronnen:

- Gemaakt door mensen die er niet bij (betrokken) waren:
Deze bronnen zijn vaak in een andere tijd (later) gemaakt.

Slide 4 - Tekstslide

Geschreven Bronnen

Bronnen in de vorm van teksten
Ongeschreven Bronnen

Bronnen in andere vormen dan teksten, denk aan: schilderijen, film, audio (geluid), tekeningen (stand)beelden) etc...

Slide 5 - Tekstslide

Even oefenen!
Wat voor een bron is dit?

A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor een bron is dit?
A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor een bron is dit?
A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor een bron is dit?
A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor een bron is dit?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor een bron is dit?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor een bron is dit?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor een bron is dit?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

AAN DE SLAG!
Lees: 1.2: Moord in de prehistorie & Bah Bronnen

Maak: opdracht 1 t/m 10


Slide 15 - Tekstslide

Pauze!
Tot zo!

Slide 16 - Tekstslide

Betrouwbaar?

Niet elke bron is even betrouwbaar. Daarom is het belangrijk dat je bij elke bron de volgende vragen stelt:
1. Maker? Wie is de maker?
2. Informatie? Hoe komt de maker aan zijn informatie?
3. Bedoeling? Met welk idee heeft de maker de bron gemaakt?
Wanneer je met bronnen werkt, moet je zorgvuldig te werk gaan! 

Slide 17 - Tekstslide

Planning:
Klassikaal lezen: Betrouwbaarheid is ook maar een mening
10 min: afmaken t/m opdracht 13
15 min: film ötzi

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video