1. De politie (7)
verrichtte wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans (5) maakte, (6) duimde Janita voor mij.
3. We (10) durfden niet te kijken toen de geheime politie op de deur (7) bonkte.
4. Terwijl ik (6) tobde over mijn cijfers, (7) kraste Sandra haar naam in het tafelblad.