Family and food

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Family and food
Learning goals are:
I repeat the words about family and food

Slide 2 - Tekstslide

Do you remember

Slide 3 - Tekstslide

Which food do you remember?

Slide 4 - Woordweb

Family
What does grandmother mean?
A
opa
B
mama
C
tante
D
oma

Slide 5 - Quizvraag

What does cousins mean?
A
neef of nicht
B
broer en zus
C
neef en nicht
D
broer of zus

Slide 6 - Quizvraag

What does siblings mean?
A
tweelingen
B
broertjes
C
zusjes
D
broers of zussen

Slide 7 - Quizvraag

What is the English word for:
Broer
A
Brodder
B
nephew
C
Brother
D
uncle

Slide 8 - Quizvraag

What is the English word for:
dochter
A
dochter
B
daughter
C
sister
D
niece

Slide 9 - Quizvraag

How do you call the brother of your mother
A
nephew
B
cousin
C
uncle
D
dad

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de Nederlandse vertaling van cauliflower?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling van lettuce?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling van potato?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de Engelse vertaling van komkommer?
A
comecommer
B
cucumber
C
pickle
D
eggplant

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van ananas?
A
ananas
B
pineapple
C
pomegranate
D
eggplant

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van gehaktbal?
A
beefball
B
meatball
C
hackball
D
porkball

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van
kool?
A
cowl
B
carriage
C
cottage
D
cabbage

Slide 17 - Quizvraag

How do you say:
Mijn naam is Tim en ik ben 10 jaar.
A
I Tim and I 10 years
B
My name is Tim and I'm 10 years old.
C
My name is Tim, my age is 10.
D
I'm Tim and I'm 10 years.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de vertaling van:
I'd like to go cycling with my niece.
A
Ik haat fietsen met mijn neef.
B
Ik haat fietsen met mijn nicht.
C
Ik wil graag fietsen met mijn neef.
D
Ik wil graag fietsen met mijn nicht.

Slide 19 - Quizvraag

How do you say:
Mag ik wat bestellen?
A
May I order?
B
Can I besteal?
C
I want something to eat
D
Can I order someting?

Slide 20 - Quizvraag

What does:
'I would like to have some carrots please' mean?

Slide 21 - Open vraag

What does 'I had a lovely dinner' means?

Slide 22 - Open vraag

How do you say:
Mag ik wat drinken?

Slide 23 - Open vraag

How do you say:
'Eet smakelijk'
A
Bon appétit
B
Enjoy your meal
C
Eat tasty
D
Have a tasty dinner

Slide 24 - Quizvraag

What does:
'Thank you for your attention' mean?

Slide 25 - Open vraag

Learning goals:
I repeat the words about family and food

Slide 26 - Tekstslide