25 sept question tags
1 / 18
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Question tags?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Pete is ill, ............?
A
is he
B
isn't he
C
is Pete
D
isn't Pete
Slide 6 - Quizvraag
Het werkwoord in de zin ( gedeelte voor de komma) staat zonder not. Dan moet dit werkwoord in tag met not.
Pete is een naam en die mag niet in de tag voorkomen. Pete is een he.
She was late, ..........?
A
was she
B
wasn't she
Slide 7 - Quizvraag
Het werkwoord in de zin ( gedeelte voor de komma) staat zonder not. Dan moet dit werkwoord in tag met not.
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
She has walked the dog, ...?
A
hasn't she
B
has she
C
had she
D
doesn't she
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
You study Spanish, ...?
A
did you
B
do you
C
don't you
D
didn't you
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ben hadn't cut the tree yet, ...?
A
has he
B
had he
C
did he
D
does he
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
They waited too long, ...?
A
does she
B
did they
C
didn't they
D
do they
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
They'll help us, ...?
A
will they
B
won't they
C
do they
D
don't they
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
You don't think I'm being stupid, ...?
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
I can use question tags.
😒🙁😐🙂😃
Slide 15 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
