Via Vooraf thema 1 Familie en vrienden H3 en 4 Lezen en schrijven les 1

Goodmorning
Pro 3 












1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goodmorning
Pro 3 












Slide 1 - Tekstslide

Thema 1
Familie en vrienden

Hoofdstuk 3 en 4 Lezen en schrijven


Via Vooraf Op weg naar 1F

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel vorige week
Ik weet waar ik leestekens moet gebruiken zoals: hoofdletter, punt en vraagteken. ​
Ik kan een zin opdelen in zinsdelen.​
Ik weet waar een leesteken moet.





Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel van vandaag
Ik kan een titel en tussenkopje aanwijzen in een tekst.​
Ik kan een alinea herkennen.​
Ik kan benoemen welke bron is gebruikt van een tekst.​
Ik gebruik de leestekens: hoofdletter, punt en vraagteken

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- Herhaling vorige les H1, H2 , H3
- Nieuwe uitleg 
- Opdrachten in boek maken
- Nakijken met klasgenoot
- Afsluiten 


 


Maken (H4 Schrijven blz. 28- 32)


Hoelang?
-  5 minuten 
- 10 minuten 
- 15 minuten
- 10 minuten
- 5  minuten



Slide 5 - Tekstslide

Timer
timer
0:45

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Lezen
Hoe vaak lees je per dag?                        Hoe vaak schrijf je per dag?

Noem voorbeelden van                             Noem voorbeelden van
wanneer je leest?                                         wanneer je schrijft?
-......                                                                      -......
-......                                                                      -......
-......                                                                      -......

Slide 8 - Tekstslide

Instructie tekst blz. 22
Titel: vertelt waar de tekst over gaat > meestal boven aan een tekst​

Alinea: tekstblok > herken je aan de witte regel voor en na > per alinea een onderwerp.​

Afbeelding: plaatje over het onderwerp.​

Bijschrift : korte tekst bij een afbeelding.​

Bron: wie heeft de tekst geschreven? > waar komt de informatie vandaan.

Slide 9 - Tekstslide

Wijs aan
Titel​
Alinea​
Tussenkopje​
Afbeelding​
Bijschrift​
Bron​
Leestekens

Slide 10 - Tekstslide

Informele taal
Informele taal = persoonlijke taal
Meestal ken je de persoon aan wie je schrijft. 
Je schrijft dan vaak over dagelijkse situaties en bekende dingen. 
Informele taal gebruik je als je naar familie, vrienden of kennissen wilt schrijven.
(* niet zakelijk)

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Groep A:
Nog niet klaar met H3 
1. Lees de theorie nog eens rustig door op blz 22 en 23.
2. Maak opdracht 1 en 2 af   op  blz 24 t/m 27.

Groep B
Al Klaar met H3 begin met H4 Schrijven
1. Lees de theorie op blz 28 en 30
2. Maak opdracht   1,2 en 3     op  blz 28 t/m 32.



Klaar? 
Ga dan nakijken 
timer
0:20

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiten
Ik kan een titel en tussenkopje aanwijzen in een tekst.​

Ik kan een alinea herkennen.​

Ik kan benoemen welke bron is gebruikt van een tekst.

Slide 13 - Tekstslide

Extra
Ben je vroeg klaar?
Maak H3 opdrachten af
Juf heeft extra opdracht vraag hierom 
Heb je alles al nagekeken?
Vraag wat je niet hebt begrepen 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ging het?
Wat kan beter? 
Volgende week planning

Slide 15 - Tekstslide