rozet sprits (nog afmaken)

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

rozet sprits

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

leerling kan een glad beslag maken

leerling kan rozetten spuiten met behulp van een spuitzak

leerling kan in verband spuiten

theorie

boterdeeg ==> wrijfdeeg

hoofdingredienten = boter, bloem, suiker

theorie

in het gelid = in rechte lijnen ==> rechthoekige/vierkante koekjes

in verband = rijen schuin onder elkaar ==> ronde/ovale koekjes

wrijfdeeg

• bloem in 3 a 4 delen toevoegen
  
• gelijk verwerken

wrijfdeeg

• luchtig gewreven deeg 
• altijd spuitzak

vaktaal

citroenrasp = citroenschil, suiker, beetje sap

vetstof = de vette stof in het recept (boter)

homogeen = gemengt zonder kleurverschil of klonten

3 delen = 3 gelijke porties

in verband = schuin onder elkaar

rozet = 

voorbereiding

we gaan rozet sprits maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

materialen

• bolzeef
• ovenrek met bakpapier
• spuitzak 
• spuitmond gekarteld
• deegroller
• krabber

Ingredienten

• 5 gram citroenrasp
• 15 gram ei
• 65 gram basterdsuiker
• 125 gram boter
• 150 gram bloem

Stap 1

weeg alles af. 

maak een kring van je suiker,

leg daar je ei in.

Stap 2

verdeel de bloem in 3 hoopjes

uitvoeren

je gaat nu de rozt sprits maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 3

wrijf de boter met draaiende beweging zacht, wit en luchtig

Stap 4

meng de suiker, ei en citroenrasp tot een homogeen mengsel (geen klontjes of kleurverschil)

Stap 5

meng je suikermengsel door je boter.

Stap 6

Stap 

Stap 

Stap 

Stap 

Stap 

Stap 

Stap 

Stap 

Stap 

Stap 

Stap 

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding