herhaling 4.1 + 4.2
1 / 17
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Alle apparaten die op stroom werken kunnen niet werken als de kring open is. Je hebt dus een gesloten kring nodig.
Als je een van de stroomkabels los maakt kan de stroom niet rondlopen en gaat het lampje uit.
Als je een van de stroomkabels los maakt kan de stroom niet rondlopen en gaat het lampje uit.
Slide 4 - Tekstslide
Een batterij levert de elektrische energie.
De draden vervoeren de energie naar het lampje.
De energie wat nog over is gaat dat via de draden terug naar de batterij. Zodat het weer opgeladen kan worden.
De energie wat nog over is gaat dat via de draden terug naar de batterij. Zodat het weer opgeladen kan worden.
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wil je een apparaat AAN hebben, dan moet de stroomkring ............ zijn.
A
open
B
gesloten
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een stof die goed geleidt is:..
A
Koperdraad
B
Rubber
C
Schoenen
D
Plastic
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een stof die goed isoleert is:..
A
Metalen
B
Rubber
C
Koperdraden
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De eenheid van stroomsterkte is Ampère
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
