Destreza escrita

1 / 85
volgende
Slide 1: Video
SpaansSecondary Education

In deze les zitten 85 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

    ¿Cuáles son los objetivos para este examen ?
        Hacer uso correcto de diferentes conectores
             Saber escribir  notas
Saber escribir cartas (in)formales 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vuestros objetivos: top 6

1. mejorar la gramática (aplicación de verbos)
2. aumentar el vocabulario y aplicarlo.
3. estructurar frases.
4. mejorar la expresión escrita. 
5. mejorar  comprensión auditiva.
6. Comprensión lectora

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nuestros objetivos para hoy son:

1. Sé cuales son los objetivos para el examen de conciencia comunicativa y escritura.
2. Sé donde encontrar la informacion que necesito: 
  • LessonUp, 
  • Reader gramática, 
  • Frecuencias B1
  • Reader escritura 
3. Sé cómo tengo que preparar/que tengo que estudiar para mi examen de escritura


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                   Contenido del 1er examen
     Expresión escrita:     
      - aplicación de vocabulario y de gramática
                                   Sé
      .. estructurar una frase en español
      .. estructurar una carta en español
      .. formular frases compuestas 
      .. contar y escribir acciones en el pasado 
      .. contar oral y escrito planes para el futuro.



 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                              (Examen SE 1 ) 
     ¿Cómo puedo practicar mis  objetivos en clase?
     HD -> comprensión lectora/auditiva 
     .. leo textos literarios y respondo preguntas 
     .. hago las tareas culturales.
     .. escucho y trabajo los videos de las tareas
     Por cuenta propia/en casa
     .. escucho programas en español por mi cuenta
     .. leo en español cualquier tema de mi interés
     .. practico la comprensión lectora con Examify


 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Repasamos gramátic

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concordantie bijvoeglijk naamwoord:
Het bijvoeglijk naamwoord past zich in getal en geslacht aan het zelfstandig naamwoord, ook als het erachter staat (wat in het Spaans meestal het geval is) 

De aardige mensen                                     la gente simpática 🡪 enkelvoud en vrouwelijk
Het knappe meisje                                       la chica simpática 🡪 enkelvoud en vrouwelijk
De grote jongens                                          los chicos altos 🡪 meervoud en mannelijk
Enkele knappe meisjes                              unas chicas guapas 🡪 meervoud en vrouwelijk


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artículo determinado  masculino
De/het 
el - los 
Generalmente las palabras teminadas en: 
 -L, -O, -N, -E, -R, -S (loners) son masculinas
Excepciones: la noche, la piel, la gente, la clase, la imagen, la nieve, la mano, la foto, la cárcel, la parte,la radio,la moto..
Otras excepciones son las palabras que terminan en: -MA, -TA, -PA, AJE
el clima, el cometa, el mapa, el problema, el planeta. 
Artículo determinado femenino
De/het
la - las
palabras terminadas en
-a  
Excepciones: el día, el tranvía, el planeta, el mapa, el cometa, el pijama,el problema.

Palabras masculianas y femeninas: -TA, -TE, -ISTA> el/la dentista-taxista; el/la colega
El arpa, el agua, el águila son femeninas, cambia el artículopara evitar"cacofonía" (El agua limpia/las aguas límpias)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artículo indeterminado masculino

(uno - unos 
Un(o) pierde la "o"cuando va  delante de un sustantivo masculino singular. 
Unos = enkele, enige.
unos /unas -> kunnen voor hoeveelheden  ook ongeveer betekenen.
Artículo indeterminado femenino

una - unas
a   +   el  =    al
de +   el  =   del

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Los pasados"   
Repásalos 
en  el 
Reader de gramática

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ser y Estar
Ser wordt gebruikt voor situaties die permanent of langdurig zijn, daarom wordt ser gebruikt om een essentiële eigenschap uit te drukken.

Estar wordt estar gebruikt om een tijdelijk situatie of conditie aan te duiden, daarom wordt gebruikt bij veranderlijke situaties.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complemento directo e indirecto
Positie direct en indirect voornaamwoorden: Als er een direct (wie/wat?) of een indirect (aan wie/voor wie?) onderwerp in een Spaans zin staat, gaat het directe object meestal vooraf aan het indirecte.
Onderwerp          Werkwoord          Directe onderwerp           Indirecte onderwerp
(Yo)                           leo                           un cuento                                 a mi hermana.  
                                  Ik lees een verhaal voor aan mijn zus.
La profesora         enseña                   español                                   a los estudiantes. 


                                De lerares leert de studenten Spaans.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinsvolgorde
Er zijn verschillen tussen de woordvolgorde in het Spaans en in het Nederlands. 
Het belangrijkste verschil is dat alle werkwoorden in het Spaans bij elkaar staan. 
Volgorde  
Tijdsbepalingen + onderwerp (ow) + alle werkwoord(en) (ww) + de rest van de zin(bpg)
Voorbeeld:
*Hoy (yo)he comprado(**)un regalo para ti ***en Zara/ Vandaag  heb ik een cadeau voor jou bij de Zara gekocht.      
     * Hoy por la mañana-por la tarde - a las 3, etc
  **  Un regalo muy bonito-muy grande- precioso, etc. 
***  En el comercio de Zara- en el Zara que está en el centro, el que está enfrente del cine,etc.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Meewerkend voornaamwoord
me
te
lo,la 
nos
os
las,los



Lijdend voornaamwoord
Lijdende voornaamwoord
me
te
le (se)
nos
os
les (se)

Persoonlijk voornaamwoorden als mwv en lvw verschillen alleen in de 3de persoon van elkaar. 
Het vervangen van MWV en LVW door persoonlijk voornaamwoorden 
Yo le doy flores a mi madre                  ->      Yo le las doy  -> le la =SE
Ik geef bloemen aan mijn moeder     ->       Ik geef ze aan haar

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periodo 1: Semana 35
In deze lessen gaan we werken aan ....
... de opbouw van zinnen herhalen [zinsvolgorde, ontkenning, werkwoorden, mwv + lvw+ bepalingen,etc ] 
.. het lidwoord /bijvoeglijk naamwoord herhalen en zinnen uit jullie brief verbeteren
.. zinsopbouw 
.. toepassen (brief 1 Writing-Box)
        Tareas de escritura por Teams " Reader Schrijfvaardigheid"

 






















 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. ¿Cómo escribir frases en español?
Om Spaanse zinnen op de goede manier te schrijven, hou je rekening met de onderstaande vragen 

  1. Staan alle werkwoorden bij elkaar?
  2. Is per zin 1 werkwoord vervoegd? (klinkerwisseling werkwoorden Reader gramática/Teams!)
  3. Staat de ontkenning vóór het vervoegde werkwoord?
  4. Staat het belangrijkste werkwoord in de juiste tijd? (dus tegenwoordige tijd, toekomende tijd, etc.)
  5. Staat dat werkwoord goed vervoegd bij de juiste persoonsvorm? ; yo soy, ellos hablan etc
  6. Staat de tijdsaanduiding vóór of achteraan de zin?  (gisteren, vanochtend, in 1898, om half drie)
  7. Staat de plaatsbepaling vóór of achteraan de zin? (hier/daar, in Madrid, bij de Kwakel, boven, achter)
  8. Zijn de bijvoeglijk-,bezittelijk voornaamwoord en lidwoord aan het zelfstandig naamwoord aangepast? vb. : Un libro rojo; Una casa roja.
  9. Hebben de vraagwoorden accenten? qué ,quién, cúal, cómo, dónde, cuándo, cuánto ?; Denk ook aan de ¿? en de ¡!
  10. Heb je voor de bijzin de bovenstaande regels opnieuw toegepast?

Stappen om Spaanse zinnen te schrijven

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfvaardigheid Tips
  • Piensa en las mayúsculas / denk aan hoofdletter gebruik
  • Piensa en los párrafos/  Denk aan het Lay out/ alinea's
  • Tijdsbepaling/ werkworden tijden/ mannelijk, vrouwelijk,   komma's, trema's, enz..

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Notas cortas: los diferentes tipos
Vamos a aprender a escribir 5 tipos de notas: 
1. Pedir un favor a : compañeros, un conserje, un amigo, la familia, etc
2. Avisar: cambio de planes, llamadas telefónicas, recordatorios, etc
3. Agradecer favores a: amigos, la familia, etc.
4. Disculparse y dar explicaciones: por qué no podemos hacer algo,etc
5. Dar instrucciones: para realizar una tarea, hacer la compra, recoger algo de la tienda, de la escuela, etc.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Notas cortas: estructura
Los encabezamientos y despedidas en las notas son muy sencillos o no hay.

1. Es muy común empezar las notas con las expresiones de saludo "¡Hola!" "¿Qué tal?"
2. Con el nombre de la persona a la que va dirigida la nota, o ambas. Antonia , / Hola Antonia,
3. Si es muy formal podemos utilizar "Señorita", "Señora" o "Señor" antes del apellido de la persona. Sra. Rodríguez / Sr. Pérez
4. Para despedirte pones "gracias + tu nombre"o solo" tu nombre" 


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Notas cortas: 1. Pedir un favor 

Para pedir un favor usamos el verbo "poder" en presente y en condicional en las personas tú, vosotros, usted y ustedes:
Puedes /Podrías + infinitivo (Jij informeel).
Kun jij / Zou je..... kunnen + infinitief
¿Podrías darme un baso de agua? 
Puede / Podría + infinitivo (U formeel).      
Kunt U/ Zou U ....kunnen + infinitief
¿Podría darme un baso de agua?

Aprender: el presente y condicional de verbo poder



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicamos: pedir un favor
Situación: Hoy tienes un examen de audición,  buscas 1/2 hora tus auriculares por toda tu casa pero no los encuentras . 
Le envías un mensaje al móvil a tu compañero para decirle que si puede  prestarte los suyos. 
Estructura: 
                                 1. Encabezamiento: Cuéntale que te ha pasado
                                 2. Situación:para que los necesitas y qué quieres de él
                                 3. Despedida:agradéceselo y despídete.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ejemplo
Hola Lucas, llevo media hora buscando por toda la casa mis auriculares para hacer el examen de hoy y no los encuentro. ¿Podrías dejarme/prestarme unos tuyos?
Te veo luego,

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicamos: pedir un favor (estructura + poder) 
Situación: Hoy tienes un día muy ocupado, te vas al instituto y luego a trabajar hasta las 22:00. Mañana tienes examen y necesitas un bolígrafo que no sea rojo ni verde, déjale una nota a tu madre y dile si puede ir a comprarte uno.
1. Saluda 
2. Pídele un favor: explica que pasa y que quieres que haga ella por tí (qué necesitas, del color que lo quieres, para cuando lo necesitas, en dónde los puede comprar, etc)
3. Agradece y despídete

4.en dónde puede comprarlo 
5. agradecele el favor

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                  Ejemplo
Saludar + situación + despedida
Hola mamá:
Hoy tengo un día muy ocupado, tengo que ir al instituto y luego tengo que ir a trabajar hasta las 22:00. Mañana tengo un examen y necesito un bolígrafo azul,  por favor, ¿podrías ir hoy a Bruna y comprarme uno? 
Te lo agradecería mucho.
Besos y hasta la noche,
Elina




Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Notas cortas : 2. Avisar
Ejemplos:
1. Mamá ha llamado Ana y dice que viene más tarde porque tiene que hacer horas extra.
Mama, Ana heeft gebeld en gezegd dat zij later komt omdat zij  over moet werken.

2. La reunión es mañana a las 15:00, esto es media hora más tarde de lo previsto.
De vergadering is morgen om 15:30 dat is half uur later dan wat gepland was.

3. Hola Ana, ya  que no estoy en casa, no olvides que hoy tienes que hacer tu las compras.
Hoi Ana, aangezien dat ik niet thuis ben, vergeet niet dat jij vandaag de boodschappen moet doen,

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicamos: Avisar 
Je vader belde je op en vroeg je om je moeder te vertellen dat:
Hij niet thuis kan zijn tijdens het avondeten omdat.. 
hij een heel belangrijke vergadering heeft en daarna...
gaat hij met zijn baas iets drinken en daarom...
niet voor elf uur thuis kan zijn.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ejemplo
Mamá, Papá llamó/ha llamado y ha dicho/dijo que 
no puede estar en casa para la cena/ no puede venir a cenar porque tiene una reunión muy importante y después va a ir con su jefe a tomar algo, por eso no va a poder venir/llegar antes de las once de la noche.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Notas cortas:  3. Agradecer favores
Estructuras
Te agradezco mucho que...
¡Te lo agradezco mucho!
            Muchas gracias por......
Quiero darte las gracias por....
Muchas gracias colega, no sabes lo bien que me viene.....
No sé como agradecértelo, te debo una.




Tu amigo te pasó todos sus apuntes par el examen de Historia, agradéceselo
se = aan haar; 
te = aan jou; 
lo= het- dit -dat

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicamos: agradecer favores
Tu madre fue a llevarte al knip la mochila con tu ropa de ginmnasia que habías dejado olvidada en tu habitación.
Envíale un mensaje agradeciendoselo 
(se= aan haar/ lo= het- dit -dat)

Slide 34 - Tekstslide

seguimos aquí
Ejemplo

Mamá, muchas gracias por llevarme la mochila al colegio, se me había olvidado por completo.
Nos vemos más tarde



Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicamos: agradecer  favores 
Tienes un examen de historía y un compañero de clase te envía sus apuntes para que estudies.
Escríbele una pequeña nota para agradecéselo.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                     Ejemplo
Hola Julián,  No sabes como te agradezco que me enviaras los apuntes, ahora me voy a ahorrar un montón de tiempo.
¡Gracias colega!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Notas cortas: 4. Dar instrucciones
Para dar instrucciones utilizamos el verbo tener en presente +  que + infinitivo
el  imperativo (gebiedende wijs). 
Ejemplo: 
1.  -Tienes que tomar el autobús nº 8
     -Tienes que dedicarle más tiempo al español
     -Tienes que comer antes de las 3
2.   -Toma el autobús nº8
      -Dile a Raúl que tiene que dedicarle más tiempo al español"
      -Come antes de las 3.
Aprender: Imperativo / presente del verbo tener

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicamos: 4. Dar instrucciones
Tu móvil está averiado, tu padre va a ir hoy al centro y tú le pides que lo lleve al comercio para que te lo arreglen. 
Escribe una nota a tu padre dándo instucciones de lo que tiene que hacer, dile que: Coja tu móvil en el cajón de la mesa y lo lleve a la tienda, que pregunte cuanto tiempo piensan que van a tardar en arreglarlo y que les diga que lo necesitas con urgencia .                                             (Lo=móvil, les=aan hun)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                Ejemplo
Instrucciones: 
Papá, te explico que tienes que hacer. 
Coge mi móvil en el cajón de la mesa y llévalo a la tienda, por favor pregúntales cuanto tiempo piensan que van a tardar en arreglármelo y diles que lo necesito  con urgencia.
(Lo=móvil, les=aan hun)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Notas cortas: 5. Disculparse y dar explicaciones
Para disculparse usamos el verbo sentir (presente) y perdonar (imperativo). Con "pero" y "es que" das una justificación si es necesaria una alternativa (pero quizá- si puedo....).
(Lo)Siento mucho (pero) ....     (het)Spijt me erg (maar)....
Perdóname (tú)  /   perdóneme (usted)
Perdónadme(vosotros) / perdónenme(ustedes) pero/es que  
Vergeef het me maar / Het geval is dat/het is zo dat...

Slide 41 - Tekstslide

Imperativo

perdona tú
perdone usted

perdonad vosotros
perdonen ellos/ellas/Uds.
Practicamos: 4. disculparse  y dar explicación
Tus amigos te piden que vayas con ellos a un concierto de 
Karol G.
Te gustaría mucho pero no puedes porque esa semana estás con tus exámenes de EBAU (Evaluación de Bachillerato para el Acceso a la Universidad). Discúlpate y da explicación a tu negativa. 


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                Ejemplo
Disculparse + razón + (alternativa) 
Perdonadme chicos, lo siento muchísimo pero no voy a poder ir con vosotros al concierto, es que esa semana tengo los exámenes de la EBAU y tengo que estudiar todos los días y sobre todo tengo que dormir y comer bien. 
¡Otra vez será!

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicamos: pedir un favor (estructura + poder) 

Situación: Hoy tienes un día muy ocupado, te vas al instituto y luego a trabajar hasta las 22:00. Mañana tienes examen y necesitas un bolígrafo que no sea rojo ni verde, déjale una nota a tu madre y dile si puede ir a comprarte uno.



Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicamos: Avisar 
Ana  te llama y te dice que no puede hablar con tu hermana porque su móvil está fuera de cobertura, te pide que le comuniques que no puede estar a las 7 en el bar, así que en vez de a las 7 quedan a las 8.


Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicamos: agradecer favores
Tú hermana sabe que no tienes  tiempo de ir a hacer la compra y vio que en casa hay  ni pan sin gluten ni leche sin lactosa para tu desayuno de mañana por la mañana, asi que  fue al Jumbo y te lo compró. Tú llegas muy tarde a casa y ves la compra encima de la mesa. 
Envíale un mensaje a tu hermana agradeciendoselo 

Slide 46 - Tekstslide

seguimos aquí
Practicamos: 4. Dar instrucciones
Tu amigo de Nijmegen viene a visitarte en tren. Llega a la misma hora que tu sales del Knip. Dile que lo mejor para no esperar tanto es lo siguiente:
- que vaya a la parada de autobuses 
- que coja el autobús de la linea 54 con dirección a  Brouwhuis 
- que se baje en la parada de Rivierensingel\
- que allí estarás tu esperándolo.

                                          (Lo=móvil, les=aan hun)

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicamos: 4. disculparse  y dar explicación
Tus amigo te piden que vayas con ellos a un concierto de 
Karol G.
Te gustaría mucho pero no puedes porque esa semana estás con tus exámenes de EBAU (Evaluación de Bachillerato para el Acceso a la Universidad). Disculpate y da explicación a tu negativa. 


Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periodo 1: Semana 36
In deze lessen gaan we werken aan :

Repasar notas cortas
Escribir 1 nota, individual, con diccionario.
Estructurar una carta en español 

        Tareas de escritura por Teams " Reader Schrijfvaardigheid"

 






















 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                         Formato de carta informal
1. Fecha: (datum) Helmond, 07 de noviembre de 2023    
(Oficialmente se pone a la derecha pero cada vez más se ve a la izquierda.)   
(2x) 
2. Saludo: Mi querida Ana: 
2.1. Formalidades: Se empieza deseando,  o esperando, que el destinatario se encuentre bien y se dice cómo está el que escribe
(1x) 
4. Cuerpo de la carta: 
Se explica el motivo de la carta y se trabajan los puntos a tratar
(1x)    
5. Cierre y Despedida: (afsluiting-slot/ (slotgroet)(muy) familiar (tú).  
(1x)    
6. Firma: je naam 
(Oficialmente se pone en el medio pero cada vez más se ve a la izquierda.)   
 
 
Elena 





Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A ordenar…
Aquí tienes las partes necesarias para poder reestructurar una carta informal. ¡Ordénalas y ya la tienes lista para enviar!

Santander, 30 de abril de 2024
Un abrazo ,
¿Que tal estás?,  yo estoy muy ocupado y es por eso que no te he podido escribir antes. 
Pero ahora te toca a ti porque a mi también me gustaría que me contaras cosas, ¿qué has hecho todo este tiempo? todavía sales con Juliá? a ver si me escribes y me cuentas muchas cosas de ti. A ver si nos vemos pronto, un abrazo y espero tu respuesta.
Hace 2 meses que estoy haciendo un trabajo de voluntariado, trabajo para una ONG y como ya sabes estoy en el último año de mi carrera por lo que tengo mucho que estudiar también, por eso apenas tengo tiempo para nada y de verdad que me da pena no haberte escrito antes. te prometo que desde ahora lo haré más a menudo.
Rosana
Hola Elena: 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Santander, 30 de abril de 2024
2x
Hola Elena: 
1 x
¿Qué tal estás? yo estoy muy ocupado y es por eso que no te he podido escribir antes. 
 1x
 Hace 2 meses que estoy haciendo un trabajo de voluntariado, trabajo  para una ONG y como ya     sabes no tengo   tiempo para nada y de verdad que me da pena no haberte escrito  antes, te prometo que desde ahora lo haré más a menudo.
!Pero ahora te toca a ti! Me gustaría que me contaras cosas, ¿qué has hecho todo este tiempo?, 
¿si  todavía sales con  Julián? A ver si me escribes y me cuentas muchas cosas de ti.
1x
Me haría mucha ilusión verte pronto..
 Por ahora esto es todo, ¡espero que me respondas prontito!
 1x
 Un fuerte abrazo, 
 1x
 Rosana

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ojo: los errores
  1. Als je bij de aanhef 1 persoon hebt, dan moet je in je brief ook 1 persoon hanteren en niet ustedes requieren opschrijven bijv.
  2. Een ander is in het Spaans otro/otra (dus zonder een)
  3. hoeveelheden komen in het Spaans voor het zelfstandige naamwoorden: poco/mucho/mejor.
  4. Als je een chica bent, dan moet je dat niet vergeten als je bijvoeglijke naamwoorden gebruikt: soy buena en...
  5. Denk aan de regels zijn: wanneer gebruik je welke zijn?

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practica la escritura

Opciones:
1. Repasar gramática: reader, libro de teoría y ejercicios
2. Escribir cartas: individual o en grupos de máximo 4 alumnos, reader/ fichas gramática y diccionario
Comenzamos juntos: La profesora explica

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planificación del trabajo: 
16 de septiembre
Objetivos
  • sé escribir una carta informal en español apoyandome  los puntos a trabajar en la tarea.
  1. sé reconocer en la tarea la gramática que necesito
  2. sé utilizar las estructuras adecuadas y adaptarlas a la situación. 


Comenzamos juntos
1. Obligatorio: escribir y entregar una carta, la profesora explica
2. Puedes elegir entre: vocabualrio o gramátiva
3. Optativo/complementario al punto 2: Examify textos



Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij schrijft een brief naar de school in Barcelona om te reageren op de oproep .....
Reader "Scfijfvaardigheid" pág. 20.  
1. Explicación clasical
2. Forma de trabajo:
  • trabajar en parejas, máximo 3
  • seguir  las instrucciones de la tarea
  •  sólo se autoriza el diccionario
  • entregar la carta  en papel
3. Tiempo de entrega 45 minutos
timer
15:00

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juntos: carta número 2
Situatie
Tijdens een werkweek in Barcelona heeft een school jullie medewerking gevraagd om na je
eindexamen deel te nemen aan een Spaans-Nederlands cultureel project in Spanje.
Het project is opgezet en wordt gefinancierd door de Comunidad de Cataluña. Het is de
bedoeling dat jullie met een bus langs campings trekken waar Spaanse en Nederlandse
jongeren vakantie vieren om daar sportieve en culturele activiteiten te organiseren. Omdat
er een beperkt aantal plaatsen is, wordt aan belangstellenden gevraagd te solliciteren.
Jij hebt daar wel zin in.

Instituto Parc
Bruc 176, 4o, 3drcha
09034 Barcelona
Spanje

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juntos: carta número 2
                                                                                                                      Helmond,  16  de septiembre  de 2024
(2x)
Destinatario: 
Instituto Parc
Bruc 176, 4o, 3drcha
09034 Barcelona; Spanje
(2x )
A la atención de: 
Asunto: 
(1x)
Encabezamiento formal:

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juntos: carta número 2
Je schrijft een brief naar de school in Barcelona om te reageren op de oproep.
Opdracht
1. Vertel waarom je schrijft en stel jezelf zo voor dat ze zich jou weer kunnen herinneren
van de Barcelona-gangers.
2. Schrijf dat je het erg leuk zou vinden om mee te doen aan het project en zeg welke
onderdelen je vooral aanspreken (bv. sport, spel, film, toneel, etc.).
3. Vermeld ook waar je ervaring mee hebt en noem enkele van je hobby’s.
4. Geef aan waar je kwaliteiten liggen.
5. Geef je mening over de samenwerking tussen Nederlandse en Spaanse jongeren en
wat je daarover is opgevallen tijdens de werkweek (bv. een verschil of
overeenkomst).
6. Zeg dat je er erg veel zin in hebt en dat je het ziet als een kans om je Spaans te
verbeteren; vermeld ook in welke periode je beschikbaar bent.
7. Eindig met de hoop uit te spreken dat je spoedig antwoord krijg

Slide 59 - Tekstslide

Te/ Le escribo esta carta para.......
yo soy..... el chico que ............
Me gsutaría mucho + ww (participar/ poder participar en ..)
Yo tengo experiencia en...../ yo he hecho este tipo de trabajo.... por eso .....
Yo soy muy bueno en/ se me da muy bien......
Para mi....fue .....
Espero que, Ojalá que + subjuntivo
tengo muchas ganas de ..

Acumulamos conocimientos


1. Quizlel: "Estructuras para la destreza escrita" y/o "Verbos"
2. Reader : Repaso de la gramática
3. Reader Schrijfvaardigheid: Los conectores

timer
0:20

Slide 60 - Tekstslide

Cumulatief:
Je vult het aangifteformulier in op het politiebureau. 
Reader Scfijfvaardigheid B1 pág. 21 + Trabajar con  conectores 
1. Explicación al grupo: forma de trabajo
  • Trabajar en parejas/ individual
  • Seguir  las instrucciones de la tarea
  • Sólo se autoriza el diccionario
  • Entregar la carta  en papel al finalizar el tiempo (50 minutos)
  • Mínimo 180 palabras
Al finalizar lee los conectores de las siguientes dias y haz el ejercicio de practica en la dia que va a continuación (20 minutos)
Puesta en común, cierre de clase

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Estructuramos carta 3 con conectores
Situatie: Je bent in Spanje in het weekend naar een voetbalwedstrijd geweest en je hebt het erg naar je zin gehad. Echter, na afloop van de wedstrijd ontstonden er vechtpartijen en relletjes. Helaas raakte je hierin verzeild, werden je kleren gescheurd en je portemonnee gestolen door een Spaanse supporter van Real Madrid. Je weet nog precies hoe hij eruitzag en je gaat naar een politiebureau om aangifte te doen zodat je een bewijs hebt voor je reisverzekering. De jongen had donker, kort haar; hij droeg een petje en een shirt van Real Madrid. Hij had een snor, maar geen baard.
Opdracht 1
Je vult het aangifteformulier in op het politiebureau.
Razón de la declaración:
1. Vertel waar je heen ging en met wie. (persona , verbo y tiempo verbal )
2. Vertel hoe laat de relletjes begonnen. ( persona, estructura y tiempo verbal)
3. Vertel hoe het kwam dat je erbij betrokken raakte. (persona y tiempo verbal)
4. Vertel welke schade je hebt opgelopen en geef een beschrijving van je belager. (persona y verbos para describir personas)
5. Vraag een kopie van de aangifte en vermeld waarom je die nodig hebt. (persona, estructura y tiempo verval)





timer
50:00

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periodo 1: Semana 40/41
In deze lessen gaan we werken aan :
1. Redaccion: una parte del exámen en Word 2 redacciones 
2. Repasar notas cortas: 
  • Mensaje: Pedir un favor
  • Escribir 1 WA: disculparse y dar explicaciones 
3. Conectores: Repasar y hacer los  ejercicios
Extra: carta a Isabel Paredes

 






















 

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie: In je klas zat dit jaar een Amerikaans meisje, Britta, dat via een uitwisselingsprogramma bij jullie op school terechtkwam. Ze woonde gedurende het schooljaar bij een familie in een naburig dorp. 
Je kon erg goed met haar opschieten.



Je stuurt een brief met bijgaande foto aan je Spaanse correspondentievriendin Isabel Peredes om over haar te vertellen. 

Adres: c/Sánchez Barcaiztegui, 20. 28007 Madrid. 



Tijd: 60 minuten
Opdracht: Informele brief  
1. Geef een beschrijving van Britta naar aanleiding van de foto, bijv. ogen, haar, lengte.
2. Vertel op wiens scooter Britta zit en waarom (bijv. scooter leren rijden, scooter lenen, weddenschap, verliefd).
3. Geef je mening over het karakter van Britta, en haar contact met klasgenoten.
4. Vertel hoe het ging met jullie Engels in gesprekken met Britta en met haar Nederlands en Spaans tijdens het schooljaar.
5. Schrijf hoe je het zou vinden om een schooljaar lang een Amerikaans meisje bij je thuis te hebben. Noem hierbij een mogelijk voordeel en een mogelijk nadeel.
6. Vertel tot slot wat jullie gedaan hebben voor haar afscheid (bijv. film gemaakt, feestje, cadeautjes, uit eten) en hoe Britta dat vond.


Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Escritura en Word: 25 minutos
Entregar en papel a la profesora, mínimo 90 palabras 4 conectores 
Seguramente conocerás a una persona que sea especialmente importante para ti. 
Háblanos de ella en un escrito que contenga: 
-La relación que tú mantienes con esa persona. 
-Su descripción física. 
-Una descripción de su carácter que incluya sus virtudes y sus defectos.
-El porque es tan especial para ti.
timer
25:00

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Escritura en Word: 25 minutos
Entregar en papel a la profesora, minimo 80 palabras + 4  conectores 
Je hebt vast wel eens een feest georganiseerd. Je verjaardag, een familiefeest, een bijeenkomst met vrienden. Schrijf een kort stuk over:
1. Waarom je het georganiseerd hebt.
2. Voor wie.
3. Hoe je het georganiseerd hebt.
4. Hoe het uitpakte. etc.


timer
25:00

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A ver si te acuerdas:
¿De cuántos tipos de notas te vas a examinar?
¿Pueses decir de qué tipo son?


timer
3:00

Slide 67 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nota corta: pedir un favor
Entregar en papel
Situación: 
Hoy después del Knip fuiste al deporte y después a trabajar. son las 21:00 terminas alas 22:00 y ahora aya estas muy cansado. Envíale a tu madre un mensaje y dile si te puede recoger a las 22:05 delante de la puerta de tu trabajo. Explícale el por qué le pides ese favor. 

timer
1:00

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practica: Whats App 
Recibiste un WA de un excompañero de clase que te invita esta noche a una fiesta en su casa. Él te pide que por favor le respondas y le digas si tú puedes ir o le avises si no puedes. 
Saluda correctamente.
Escribe un WA de vuelta para felicitarle y agradecerle su invitación. 
Discúlpate porque no puedes ir a la fiesta y explica el porqué.
Proponle de veros otro día, elige tú dos días de la semana y dos horas diferentes.
Despídete correctamente.
timer
15:00

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. En otras palabras                                       met andere woorden
  2. Es decir                                                      oftewel
  3. Resulta que                                                het blijkt dat 
  4. Esto es                                                       dat is
  5. Con lo cual/por lo cual                                waarmee/waardoor
  6. En resumen/resumiendo                            samenvattend
  7. Al fin y al cabo                                            uiteindelijk/tenslotte
  8. A fin de cuentas                                          tenslotte /uiteindelijk

    Objetivo 1: Signaalwoorden  (Gevolg/conclusie)
timer
2:00

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aunque                                                                                   ook al,(al)hoewel
en cambio                                                                              daarentegen
mientras que                                                                         terwijl
sin embargo                                                                           echter
sino                                                                                          maar(wel) (no es blanco, sino negro)
pero                                                                                         maar(no es blanco, pero no importa)
a pesar de                                                                              ondanks
todavía no                                                                              nog niet
aún no                                                                                     nog niet
la verdad es que...                                                                de waarheid is dat...
sí es verdad que.... (pero…)                                                 het wel waar dat…. (maar….)
frente a/comparado con...,...                                              tegenover, vergeleken met
por el contrario/al contrario                                               integendeel


Objetivo 1: Signaalwoorden (Tegenstellingen)
timer
3:00

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Gracias a                                             dankzij dat: Gracias a la vida que ha dado tanto.
  2. Porque                                                 omdat: No como pescado porque no me gusta.
  3. Por eso/ esto                                        daarom: No me gusta el vino por eso no lo bebo.
  4. Ya que                                                  aangezien: Ya que tú no vas, yo tampoco voy.
  5. Visto que                                              aangezien: Visto que tú vas yo también iré.
  6. Es que....                                              het is omdat: No gracias, es que ya comí 
  7. Entonces                                              dan, dus: Si no vienes ,¿a dónde irás entonces?




Objetivo 1: Signaalwoorden (Reden / oorzaak)
timer
2:00

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traduce estos conectores Nl/Sp-SP-NL:
1. en otras palabras 2. oftewel 3. resulta que 4. esto es 5. waarmee/waardoor 6. samenvattend 7. al fin y al cabo 8. entonces

Slide 73 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Practicamos los conectores
¡Cuidado!: Algunos se pueden utilizar en varias frases, lo que no se pueden es usar 2 veces

  1. ¿No me entiendes?, vale te lo digo.................. a ver si así lo entiendes mejor.
  2. Bueno es una historia muy larga pero............., el chico tenía razón, ella no era una periodista.
  3. Perdona pero no puedo ir, .........mañana tengo que estudiar para mi examen de matemáticas.
  4. .......... mañana va a llover, vamos a ir al cine en vez de ir a la playa.
  5. Sólo habla neerlandés, ..... no entiende el español, .....no entiende nada de lo que le dices.
  6. Salía de Knip y comenzó a llover fortísimo, no me mojé ......... mi madre que me vino a recojer en coche.
  7. ............. mi madre cocina yo hago mis deberes.
  8. Es la verdad........................lo creas
  9. De los conectores que no hemos utilizado elije 3 y haz  con cada 1 una frase.

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Escribe aquí las respuestas

Slide 75 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soluciones
1. en otras palabras, porque, ya que, visto que 
2.resumiendo/ en resumen
3. resulta que/es que
4. Ya que/ visto que/porque
5. es decir -  por lo cual
6. gracias a....
7. mientras
8. aunque 
9. frases abiertas......

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 77 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Objetivos y tareas para hoy día 6 de septiembre
Las pequeñas notas: 
  • Repasamos lo visto

Practicamos :
  • Tenéis 5 minutos para estudiar los conectores y las pequeñas notas de las dias 6, 7, 10, 11, 13, 15, 18, 20, 21, 22
Luego vamos a ver la buena memoria que tenéis.......
timer
5:00

Slide 78 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Esto es
En otras palabras
ya que/visto que
A fin de cuenta
A pesar de 
Es decir
Resulta que
Con lo cual
Al fin y al cabo 
En resumen/resumiendo
Por eso

met andere woorden….
oftewel….
ondanks...
aangezien..
het blijkt dat ….
dat is...
daarom..
waarmee/waardoor
samenvattend
uiteindelijk/tenslotte
uiteindelijk

Slide 79 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Responde aquí a la invitación de tu amigo
Tienes 15 minutos

Slide 80 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Periodo 1: Semana 40
In deze les gaan we werken aan :
Estructura y frases hechas de una carta en español:
"Reader Schrijfvaardigheid B1 carta3 
Conectores: LessonUp aprender y hacer los  ejercicios de las días.
Trabajar de 2 en 2
 
Examify





















 

Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periodo 1: Semana 40/41
In deze lessen gaan we werken aan :
Redaccion: una parte del exámen en Word
Repasar notas cortas: 
Mensaje: Pedir un favor
Escribir 1 WA: disculparse y dar explicaciones 
Conectores: Repasar y hacer los  ejercicios
(SAJ) Lunes: desde las 12:20 hasta las 14:05
Jueves: desde las 9:55 hasta las 13:00
 






















 

Slide 82 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periodo 1: Semana 42
In deze les gaan jullie werken aan .....
Redacción: El lugar en dónde yo vivo 
Notas cortas: Avisar
Conectores: Minimo 3 conectores diferentes en cada ejercicio

 






















 

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Escritura en Word: 30 minutos
Minimo 90 palabras
Seguro que no te importa contar cómo es el lugar donde tú vives.  
Descríbelo haciendo referencia a los siguientes aspectos: 
- El lugar: la ciudad, el barrio, la calle
- Las personas que lo habitan.
- Zonas de entretenimiento o diversión. (comercios, parques, centro comercial,etc.)
- Lo que a ti te gusta más y lo que te gusta menos ( pros y contras)
timer
30:00

Slide 84 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Avisar: mínimo 80 palabras 
Situación:
Es sábado, las 7:30 tu amiga te llama para decirte que a las 9:30 tiene que estar en Utrecht para una solicitud de trabajo muy importante, no durmió nada en todo la noche, está muy nerviosa para conducir y te pide, si por favor, la puedes llevar tú en su coche. Le dices que sí.
Como es muy temprano y no quieres despertar a tu madre por eso le escribes una nota:
1.  Le cuentas lo que pasó. 
2. Le avisas de que por esa razón no vas a estar a la hora de la comida en casa.
3. Tampoco sabes si vas a poder llegar para ir con ella a hacer la compra.
4. Le dices que la llamaras antes de salir de Utrecht.
5. Te despides
timer
25:00

Slide 85 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies