BS 2.6

BS 2.6: veilig vrijen 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 2.6: veilig vrijen 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg BS 6 
  3. Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Welke voorbehoedsmiddelen ken je?

Slide 3 - Woordweb

Welke van onderstaande methoden valt onder ''onbetrouwbare methodes''?
A
De pil
B
Condoom
C
Coïtus interruptus
D
Nuvaring

Slide 4 - Quizvraag

Onbetrouwbare methodes
Periodieke onthouding: geen seks tijdens de vruchtbare periode
Waarom is deze onbetrouwbaar?

Coïtus interruptus: ''voor het zingen de kerk uit''. De man haalt penis uit de vrouw voordat hij klaarkomt.
Waarom is deze onbetrouwbaar?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het voordeel van het gebruik van een condoom?
A
Het voelt fijner
B
Beschermt ook tegen soa's
C
Het is betrouwbaarder dan andere methodes
D
Je kan hem niet vergeten

Slide 6 - Quizvraag

(Vrouwen)condoom
Voorkomt dat bij een zaadlozing sperma in de vagina komt
Voordelen
Enige voorbehoedsmiddel dat tegen soa's beschermt
Relatief goedkoop
Makkelijk in gebruik

Nadeel: kan scheuren

Slide 7 - Tekstslide

De pil
  • Meest gebruikte anticonceptie
  • Meisje slikt 3 weken de pil, 1 week niet (tijdens stopweek menstruatie)
  • Door hormonen in de pil geen ovulatie waardoor er geen bevruchting kan plaatsvinden 

Slide 8 - Tekstslide

Voor en nadelen van de pil
Voordelen:
  • Zwangerschap voorkomen
  • Menstruatie wordt minder hevig
  • Moment van menstruatie in de hand
Nadelen:
  • Geen bescherming tegen SOA’s

  • Bijwerkingen zoals:
  • Hoofdpijn/misselijk
  • Gewichtstoename
  • Gespannen borsten

Slide 9 - Tekstslide

Spiraaltje
Plastic ankertje, wordt in de baarmoedermond ingebracht
  • Voordeel: blijft 5 jaar lang zitten, je wordt niet tot nauwelijks ongesteld, je kunt hem niet vergeten te slikken
  • Nadeel: moet ingebracht worden wanneer je ongesteld bent (doet pijn)

2 soorten: hormoon- en koperspiraal
  • Koper: beschadigt zaadcellen en maakt innesteling onmogelijk
  • Hormoon: slijm aan begin van baarmoeder wordt dikker: moeilijk voor zaadcellen om erdoorheen te gaan en maakt innesteling onmogelijk

Slide 10 - Tekstslide

Pessarium: rubberen koepeltje over baarmoedermond, wordt aangebracht voor de seks met zaaddodende pasta (deze methode wordt bijna nooit meer gebruikt)
Voordeel: geen hormonen
Nadeel: moet minstens 8 uur blijven zitten na geslachtsgemeenschap

Prikpil: Injectie die je in keer in de twaalf weken in je bil gespoten krijgt
Voordeel: je vergeet het niet
Nadeel: kan voor spontane bloedingen zorgen

Anticonceptie staafje: chipje onder de huid in je arm, geeft hormonen af.
Voordeel: je vergeet hem niet te slikken
Nadeel: terugkeren vruchtbaarheid kan meer dan een jaar duren

NuvaRing: rubberen ring die hormonen afgeeft. Voor een maand in de vagina. 
Voordeel: je hoeft er niet aan te denken
Nadeel: kan zorgen voor dezelfde bijwerkingen als de pil

Slide 11 - Tekstslide

NuvaRing
Hormoonstaafje
Spiraaltje
Prikpil

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Ben je gelijk onvruchtbaar na sterilisatie?
A
Een man wel, een vrouw niet
B
Een man niet, een vrouw wel
C
Beide wel
D
Beide niet

Slide 14 - Quizvraag

Noodmaatregelen
Binnen 3 dagen na de seks: morning-afterpil
  • Kan je gewoon kopen bij de kruidvat
  • Bevat veel hormonen kan er geen ovulatie of innesteling komen
  • Door de hoeveelheid hormonen wordt je heel misselijk

Na 3 dagen abortus
  • Zuigcurretage tot 13e week: soort stofzuiger die embryo en baarmoederslijmvlies wegzuigt. 
  • Na 13 weken operatief verwijderen

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten maken
Basisstof 2.6 opdrachten 

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten maken
Basisstof 2.6 opdrachten 

Slide 17 - Tekstslide

BS 2.6: veilig vrijen 

Slide 18 - Tekstslide

Welke soa's ken je al?

Slide 19 - Woordweb

SOA's
SOA/geslachtsziekte: bacterie of virus die verspreid wordt door seksueel contact.

Verspreiding via: bloed, sperma, voorvocht, vaginaal vocht en slijmvliezen.



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Moet je SOA's behandelen?
A
Nee, die gaan vanzelf weg
B
Nee, die zijn niet zo ernstig
C
Ja, anders kan je onvruchtbaar worden
D
Ja, anders krijg je AIDS

Slide 22 - Quizvraag

Hoe zien soa's eruit?

Slide 23 - Tekstslide

Waar kun je HIV van krijgen?
A
Via bloed
B
Via sperma, voorvocht of vaginaal vocht
C
Via de moeder
D
Allemaal

Slide 24 - Quizvraag

HIV en aids
  • Aids (immuunziekte) wordt veroorzaakt door het HIV-virus
  • (Net zoals het coronavirus de ziekte COVID veroorzaakt)
  • Iemand die besmet is maakt antistoffen aan, noemen we seropositief

Seropositieve mensen zijn nog niet ziek. Vaak duurt het 9 jaar voordat de eerste ziekteverschijnselen ontstaan!

Slide 25 - Tekstslide

Te genezen?
  • HIV is niet te genezen, wel te remmen
  • HIV-remmers vertragen de ziekte


  • Als het virus actief is, spreek je van aids
  • Aids tast het afweersysteem aan: je wordt snel ziek en je lichaam kan de ziekte moeilijk of niet bestrijden.

Slide 26 - Tekstslide

Opdrachten maken
  • Basisstof 2.6 

Slide 27 - Tekstslide