De Grieken

Dit ga je leren vandaag: 
  • Hoe de Grieken 2500 jaar geleden leefden.
  • Dat de Grieken in veel verschillende goden geloofden. 
  • Je leert wat mythen zijn. 

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Dit ga je leren vandaag: 
  • Hoe de Grieken 2500 jaar geleden leefden.
  • Dat de Grieken in veel verschillende goden geloofden. 
  • Je leert wat mythen zijn. 

Slide 1 - Tekstslide

Tijdbalk
De tijd van de Grieken en Romeinen

Slide 2 - Tekstslide

Europa

Slide 3 - Tekstslide

Griekenland

Slide 4 - Tekstslide

Griekenland
Het land Griekenland ligt in het zuidoosten van Europa
Het bestaat uit een groot stuk vastland en een heleboel kleine 
eilandjes

Slide 5 - Tekstslide

De oude Grieken
2500 jaar geleden is Griekenland één van de meest ontwikkelde landen van Europa. 
In die tijd leven in Nederland de mensen in hutjes van leem en stro, maar in het oude Griekenland worden dan al stenen tempels en paleizen gebouwd. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De goden
Zeus is de belangrijkste god. 
Hij is de baas van alle goden en de baas over de hemel. 
Je kunt Zeus herkennen aan zijn grote baard en de bliksemschicht in zijn hand.
Zeus heeft vaak ruzie met zijn jaloerse vrouw Hera. 

Slide 8 - Tekstslide

De goden
Poeidon is de god van de zee.
Hij staat vaak afgebeeld in een fontein
Hij heeft altijd een vork met drie tanden vast. 

Slide 9 - Tekstslide

De goden
Aphrodite is de godin van de liefde
Er wordt gezegd dat ze geboren is uit het schuim van de zee.
Daarom staat ze vaak afgebeeld in een schelp

Slide 10 - Tekstslide

De goden
Athene is één van de vele dochters van Zeus.
Zij is de godin van de wijsheid, de kunst, maar ook van de vrede.
De stad Athene is naar haar vernoemd.

Slide 11 - Tekstslide

Goden
De Grieken probeerden hun goden te vriend te houden. 
Daarom bouwden ze tempels voor hen. 
Daar konden ze hun goden offers brengen. 
Zo hoopten ze dat de goden geen rampen zouden veroorzaken. 

Slide 12 - Tekstslide

Goden
Ze geloofden dat als het bliksemde, dat Zeus boos was.
Als er hoge golven waren, dan is Poseidon met het verkeerde been uit bed gestapt.

Slide 13 - Tekstslide

Goden
Wanneer mensen de zee op moesten, brachten ze eerst een offer naar de god Poseidon, voor een goede vaart.


Slide 14 - Tekstslide

Goden
Als mensen verliefd wilden worden, brachten ze een offer aan Aphrodite.

Offers bestaan uit lekker eten en drinken. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Een aantal vragen

Slide 17 - Tekstslide

Aan welke god moeten de mensen een offer brengen?

Ik ben visser. Ik hoop op een goede vangst.
A
Zeus
B
Poseidon
C
Aphrodite

Slide 18 - Quizvraag

Aan welke god moeten de mensen een offer brengen?

Ik hoop dat ik een leuke man vind.
A
Zeus
B
Poseidon
C
Aphrodite

Slide 19 - Quizvraag

Aan welke god moeten de mensen een offer brengen?

Als het 's nachts onweert, kan ik niet slapen.
A
Zeus
B
Poseidon
C
Aphrodite

Slide 20 - Quizvraag

Mythen
De Grieken vertelden elkaar graag verhalen.
Vaak gingen deze verhalen over hun goden en helden.
Deze verhalen noem je mythen.
Veel mythen zijn ook opgeschreven. 

Slide 21 - Tekstslide

Mythen
Ook nu nog, ruim 2000 jaar geleden, worden de Griekse mythen nog gelezen.
Veel schrijvers van onze tijd hebben de verhalen op hun eigen manier naverteld.
Ook voor kinderen. 

Slide 22 - Tekstslide

Waarom hadden de oude Grieken zoveel goden?

Slide 23 - Open vraag

Waarom hadden de Grieken zoveel goden? 

In de tijd van de Oude Grieken ging de natuur flink tekeer.
Daar zijn de Oude Grieken erg bang voor, want ze begrijpen niets van deze natuurverschijnselen.  
Volgens hen zijn die het werk van goden.

Slide 24 - Tekstslide

Wat deden de Grieken om te zorgen dat de goden niet boos werden?

Slide 25 - Open vraag

Wat deden de Grieken om te zorgen dat de goden niet boos werden? 
Ze brachten de goden offers. 

Slide 26 - Tekstslide

Evaluatie van de les 

Slide 27 - Tekstslide

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 28 - Woordweb

Wat zou je nog meer te weten willen komen?

Slide 29 - Open vraag