Management Op2 week 1 les 7

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Management GeneriekMBOStudiejaar 1,3,4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Dit cultuurpatroon kom je vaak tegen bij kleine bedrijven. De ondernemer/ manager is de baas, die alle beslissingen neemt. Voor de medewerkers geldt vaak dat hoe dichter ze bij de ‘baas’ zitten meer ze te vertellen hebben. De medewerkers ‘vechten om een hogere functie’

A
Machtscultuur
B
Rollencultuur
C
taakcultuur
D
personencultuur

Slide 3 - Quizvraag

Bij dit cultuurpatroon gaat het resultaat staat boven alles. Resultaat halen is belangrijker dan de regels of de hiërarchie. (zie je vaak bij project-organisaties). Je hebt samen een doel te bereiken en daar moet alles voor wijken.

A
Machtscultuur
B
rollencultuur
C
taakcultuur
D
personencultuur

Slide 4 - Quizvraag

Dit cultuurpatroonkom je vaak tegen bij grote , bureaucratische organisaties. Alles werkt volgens regels en procedures. Daar moet je je aan houden. Mensen zijn minder belangrijk dan de rol die ze vervullen.
A
Machtscultuur
B
rollencultuur
C
taakcultuur
D
personencultuur

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Op welke managementlaag wordt de strategie bepaald en het beleid vastgesteld
A
Strategisch niveau
B
Tactisch niveau
C
Operationeel niveau

Slide 7 - Quizvraag

Op welk managementniveau wordt de strategie vertaald naar de werkvloer en worden doelstellingen op middellange termijn geformuleerd?
A
Strategisch niveau
B
Tactisch niveau
C
Operationeel niveau

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Ee bekend management model die moet zorgen voor continue verbetering staat bekend als ....?
A
PCDA
B
PDAC
C
PDCA
D
PACD

Slide 10 - Quizvraag

Bij deze management by techniek krijgt de medewerker veel vrijheid , alleen grote afwijkingen moet hij rapporteren aan zijn manager
A
Management by walking around
B
Management by objectives
C
Management by direction and control
D
Management by exeption

Slide 11 - Quizvraag

Bij deze management by techniek heeft de manager de totale leiding. Hij geeft de opdrachten en stuurt de medewerker in een bepaalde richting. Hij controleert zijn medewerkers intensief en streng
A
Management by objectives
B
Management by direction and control
C
Management by walking around
D
Management by delegation

Slide 12 - Quizvraag

Bij deze management by techniek delegeert de manager werk (met bijvoegdheden en verantwoordelijkheden) aan medewerkers, die deskundig en gemotiveerd zijn. De manager blijft eindverantwoordelijk

A
Management bij walking around
B
Management bij exeption
C
Management by objectives
D
Management by delegation

Slide 13 - Quizvraag