Dass das

Das vs. dass
Das Buch liegt auf dem Tisch.
Ein Kind, das zur Schule geht, muss immer pünktlich sein.
Wir haben gehört, dass der Unterricht morgen ausfällt.

Welke functies vervullen "das" en "dass" in deze zinnen?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Das vs. dass
Das Buch liegt auf dem Tisch.
Ein Kind, das zur Schule geht, muss immer pünktlich sein.
Wir haben gehört, dass der Unterricht morgen ausfällt.

Welke functies vervullen "das" en "dass" in deze zinnen?

Slide 1 - Tekstslide

Dass als voegwoord
Dass - is alleen een voegwoord. Hij kan geen andere functie in de zin vervullen. Hij combineert zin 1 met zin 2 (hoofdzin en bijzin). Daarvoor komt altijd comma.

Ich denke, dass er Recht hat.
Hast du gewusst, dass er krank ist?
Entschuldigung, dass ich so lange nicht geschrieben habe.

Slide 2 - Tekstslide

Das als lidwoord
Das is een lidwoord. Het komt overeen met de betekenis van "het" als lidwoord

Het kind = das Kind
het boek = das Buch
het schrift = das Heft

Slide 3 - Tekstslide

Das verwijswoord (havo)
een verwijswoord verwijst naar iets  wat eerder in de zin stond. 
Dat is het kind, dat hier leert.

Das ist das Kind, das hier lernt. 
Ein Buch, das ich sehr gut finde, ist Novemberschnee. 


Slide 4 - Tekstslide

Ich meine, dass jeder Mensch gleich ist.
A
verwijswoord
B
voegwoord

Slide 5 - Quizvraag

Ein Kind, das gerne zur Schule geht, bekommt gute Noten.
A
verwijswoord
B
voegwoord

Slide 6 - Quizvraag

Das Buch liegt auf dem Tisch
A
lidwoord
B
verwijswoord

Slide 7 - Quizvraag

Ich habe das Heft vergessen.
A
voegwoord
B
lidwoord

Slide 8 - Quizvraag

Er hat mir gesagt, dass er keine Zeit hat.
A
voegwoord
B
verwijswoord

Slide 9 - Quizvraag

Wir müssen aufpassen, .... wir nicht zu spät kommen.
A
dass
B
das

Slide 10 - Quizvraag

Ich habe doch gesagt, .... ich nicht kommen kann.
A
dass
B
das

Slide 11 - Quizvraag

Entschuldigung, ... ich so lange nicht geschrieben habe
A
dass
B
das

Slide 12 - Quizvraag

Ich habe ein Kaninchen, ... Rosy heißt
A
dass
B
das

Slide 13 - Quizvraag

... Buch heißt Novemberschnee
A
dass
B
das

Slide 14 - Quizvraag

Du musst nicht vergessen, .... ich dir immer helfe.
A
dass
B
das

Slide 15 - Quizvraag

Das Kind, ... da steht, geht mit mir zur Schule.
A
dass
B
das

Slide 16 - Quizvraag