Zakelijke e-mail: Les 2

Zakelijke e-mail schrijven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zakelijke e-mail schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Huiswerk bespreken
  • Terugblikken op de vorige les
  • Lesdoel bespreken
  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Aan: e-mail adres van de geadresseerde ( degene die de e- mail moet ontvangen.)

Onderwerp: Hier vul je kort in waar de mail over gaat.

Aanhef: Geachte heer/ mevrouw, of Geachte mevrouw Teller, 

Inleiding: Mijn naam is. Samantha de Rade. Ik schrijf u deze e-mail, omdat.........

Kern: Je vertelt waar het echt om gaat.

Slot: Je vertelt wat je van de ontvanger verwacht. ( Ik hoop......

Slotformule: Met vriendelijke groet, Hoogachtend, 

Je voor- en achternaam: Samantha de Rade

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
  • Ik weet wat het tekstdoel is bij een zakelijke e-mail en voor welk publiek een zakelijke e-mail is bedoeld. 
  • Ik weet wat de juiste indeling is van een zakelijke e-mail. 
  • Ik weet dat formeel taalgebruik hoort bij een zakelijke e-mail.

Slide 4 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand............

Slide 5 - Open vraag

Wanneer schrijf je een zakelijke e-mail?

Slide 6 - Open vraag

Mijn naam is Samantha de Rade. Ik schrijf u deze e-mail, omdat ik een vraag heb over een telefoon.

Deze tekst hoort bij de .......
A
Kern
B
Inleiding
C
Slot

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoelen
-Ik ken de verschillen en overeenkomsten tussen een zakelijke en een persoonlijke e-mail
-Ik ken de indeling van een zakelijke e-mail (conventies)
-Ik kan een zakelijke e-mail in goede volgorde schrijven

Slide 8 - Tekstslide

Leespubliek:   zakelijke e-mail:

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk niet goed kent (jullie zijn geen vrienden of familie).

Bijvoorbeeld:
De tandarts,  Cool Cat, je teamleider, directeur van de school, je docent.
Leespubliek: Persoonlijke e-mail:

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk goed kent. 


Bijvoorbeeld:
Je vriend of vriendin, opa of oma, oom of tante, neef en nicht.

Slide 9 - Tekstslide

Tekstdoel Zakelijke e-mail

Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een vraag aan je docent.
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.
  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon.
  • Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt.

Tekstdoel Persoonlijke e-mail

Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een leuk weekend gehad en daar wil je over vertellen.
  • Je wilt graag dat je neef of nicht in de kerstvakantie bij je komt logeren.

Slide 10 - Tekstslide

Taalgebruik  zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je  niet persoonlijk kent?
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan. 

U, mevrouw Schotanus, meneer van Os (dus geen je en jij!)

Dit noem je formeel taalgebruik

Slide 11 - Tekstslide

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:                      (e-mailadres geadresseerde)
  • CC:                       (kopie sturen indien nodig)
  • Onderwerp:            (in één of twee woorden)
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw)
  • Inleiding                (Mijn naam is.............)
  • Kern                     (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Slot                      (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Slotformule            (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw naam             (Voor- en achternaam)

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk:

Oefenopdracht 2 zakelijke e-mail

(Let goed op de conventies !!)

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
-Ik ken de verschillen en overeenkomsten tussen een zakelijke en een persoonlijke e-mail
-Ik ken de indeling van een zakelijke e-mail (conventies)
-Ik kan een zakelijke e-mail in goede volgorde schrijven


Slide 14 - Tekstslide