Adverbs of Frequency

Adverbs of frequency
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Adverbs of frequency

Slide 1 - Tekstslide

Adverbs of frequency



Slide 2 - Tekstslide

Adverbs of frequency
Position in sentence:
before the verb
--> I always eat bread for lunch.

BUT after to be
--> I am never late!

Slide 3 - Tekstslide

Adverbs of frequency usually come
A
before the main verb
B
after the main verb

Slide 4 - Quizvraag

Waar plaats je een Adverb of Frequency?
A
Voor een vorm van to be (am/are/is)
B
Na een vorm van to be (am/are/is)

Slide 5 - Quizvraag

Waar plaatsen we adverbs of frequency?
A
Always I play football.
B
I always play football.
C
I play always football.
D
I play football always.

Slide 6 - Quizvraag

Waar plaats je een Adverb of Frequency?
A
She is always late.
B
Always she is late.
C
She is late always.
D
She always is late.

Slide 7 - Quizvraag

Adverbs of Frequency, translate:
Ik vind Engels soms leuk.

Slide 8 - Open vraag

Adverbs of Frequency, translate:
Tom is nooit grappig.

Slide 9 - Open vraag

Adverbs of frequency
Adverbs of frequency

Slide 10 - Tekstslide

Adverbs of frequency
1. What do they do?
2. Which do we know?
3. What is their position in a sentence?

Slide 11 - Tekstslide