spreekwoorden en uitdrukkingen

Spreekwoorden en uitdrukkingen
  • Startopdracht spreekwoorden/ uitdrukkingen
  • Uitleg letterlijk/figuurlijk
  • Verschil spreekwoord/uitdrukking
  • Huiswerk maken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spreekwoorden en uitdrukkingen
  • Startopdracht spreekwoorden/ uitdrukkingen
  • Uitleg letterlijk/figuurlijk
  • Verschil spreekwoord/uitdrukking
  • Huiswerk maken

Slide 1 - Tekstslide

Doelen: aan het eind van de les
-Ken je het verschil tussen letterlijke en figuurlijke uitspraken
-Ken je het verschil tussen spreekwoord en uitdrukking

Slide 2 - Tekstslide

Spreekwoorden A, B, C
Maak in tweetallen een A,B,C met spreekwoorden. Probeer voor zoveel mogelijk letters in het alfabet een spreekwoord of vaste uitdrukking te bedenken. Het lidwoord aan het begin van het spreekwoord mag je wegdenken. Schrijf de betekenis van het spreekwoord of gezegde ook op.
De groep met de meeste uitdrukkingen in volgorde van het alfabet wint.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld
A: Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Als er geen toezicht is, gaat iedereen zijn zin doen en gebeuren er dingen die niet horen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Dat kost me letterlijk mijn leven.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 6 - Quizvraag

Ik denk niet dat Tanja hier nog lang werkt, ze gooit er met de pet naar.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 7 - Quizvraag

Hij heeft op zijn laatste toets zoveel kansen laten liggen.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 8 - Quizvraag

Spreekwoord of Uitdrukking?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Niet geschoten is altijd mis
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 12 - Quizvraag

Je hebt veel kritiek, maar zelf doe je niks: ik zou maar een toontje lager zingen.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 13 - Quizvraag

Geld stinkt niet
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de opdrachten van H5 woordenschat.
Gebruik de woordenlijst die ik gestuurd heb.

Slide 15 - Tekstslide