Maak in tweetallen een A,B,C met spreekwoorden. Probeer voor zoveel mogelijk letters in het alfabet een spreekwoord of vaste uitdrukking te bedenken. Het lidwoord aan het begin van het spreekwoord mag je wegdenken. Schrijf de betekenis van het spreekwoord of gezegde ook op.
De groep met de meeste uitdrukkingen in volgorde van het alfabet wint.