zuurstof toedienen

Zuurstof toedienen 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Zuurstof toedienen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • je kunt aan het einde van de les de verschillende wijze van zuurstof toedienen benoemen.
  • Je weet aan het einde van de les de voor- en nadelen van de verschillende toedieningswijze
  • je kunt aan het einde van de les drie verpleegkundige aandachtspunten benoemen waar je  op let tijdens het toedienen van zuurstof.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je de zuurstof meten bij je zorgvrager?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

hoe meet je zuurstofgehalte?
  • saturatie ( verzadiging vd erytrocyten met O2)
  • veneuze Astrup = vingerprik 


  • Arteriële Astrup (bloed uit slagader gehaald)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Gezonde mensen saturatie 96- 100 %
  • COPD/ hartfalen saturatie 92-100%
  • Lager dan 95% overleg arts
  • Lager dan 90% overwegen toedienen van zuurstof. Altijd inoverleg met de arts.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem enkele verschijnselen bij zuurstofgebrek

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

verschijnselen hypoxie
  • kortademig in rust en ook bij lichte inspanning
  • geen energie om iets te ondernemen 
  •  gebruik hulpademhalingsspieren 
  • sufheid, minder alert
  • vergeetachtigheid / verward
  • blauwe huidskleur van vingers, nagels , lippen 
  • hoge pols en AH en RR
  • angstig 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je opletten als je zuurstof gaat toedienen bij je zorgvrager?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je een zorgvrager met een zuurstof gebrek doen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij zuurstoftoediening zijn er drie risico's. Welk antwoord is onjuist?
A
Etsende werking
B
Brand
C
Explosie
D
Bevriezing

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist: Luchtbevochtiging bij zuurstoftoediening vanaf 5 liter per minuut is noodzakelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstofbronnen
  • Zuurstofcilinder
  • Concentrator
  • Vloeibaar zuurstof

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voor- en nadelen concentrator
  • haalt zuurstof uit de omgevingslucht - raakt nooit op
  • let op goede ventilatie
  • lange slangen / knikken 
  • maakt meer geluid 
  • goedkoper

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddelen
Neusbril                                             Zuurtstofkatheter                                            Masker
6 tot 10 liter
1 tot 6 liter
0 tot 3 liter

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist: een tekort aan zuurstof is schadelijker dan een verhoogd CO2-gehalte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

10 tot 15 liter per minuut
1 tot 6 liter per minuut
0 tot 6 liter per minuut

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

voorbehouden en risicovol
  • altijd in opdracht vd arts 
  • schrijft ook aantal liters voor per minuut
  • gebruik maken van juiste middelen en materialen 
  • alert zijn bij COPD (ademdepressie)
  • zuurstof is brandbaar!
  • bij een cilinder; bereken de inhoud

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zorgvrager met hypoxie...


... wil het liefste rechtop zitten
... wil knellende kleding uitdoen
... kan niet praten en ademhalen  tegelijk
... gebruikt hulpademhalingsspieren
... neusvleugelt
... heeft tekenen van cyanose

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

formule is 
 Inhoud cilinder (liters) x druk (bar). = .. liter zuurstof.
Hoeveelheid = 10 x 130 = 1300 liter zuurstof.
dan delen door 60 = aantal uren dat je nog zuurstof hebt. 
delen door aantal liters/minuut wat iemand nodig heeft. 

zo aan de slag met praktische vaardigheid en de som om het te berekenen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pas op met zuurstof!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

In een zuurstofconcentrator stroomt de omgevingslucht door adsorberend materiaal, een zogenaamde 'moleculaire zeef’. Dit materiaal scheidt de zuurstof van de stikstof en van andere gassen.
Het resultaat is een constante toevoer van een hoge concentratie extra zuurstof naar de client.


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verpleegkundige aandachtspunten 
  • zorg voor comfortabele houding zorgvrager
  • bij meer dan 5 ltr dan lucht bevochtigen 
  • voorkomen van drukplekjes
  • gebruik geen vet/olie als zalf. NOOIT vaseline 
  • goede neus / mond verzorging
  • pas op met vuur / vonkjes 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties:

problemen met ademhaling of gaswisseling
- hart/long problemen
- bloed armoede
- postoperatief, sedatie
- ernstig trauma
-onderkoeling

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contra-Indicatie
- verwondingen neus/keelholte
- verwondingen aan aangezicht
- schedel/hersenen trauma
- een jonge leeftijd (kinderen en zuigelingen)
- vroeggeboorte (oogschade)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een longembolie krijgt een deel van de long
A
Te weinig bloed en zuurstof
B
Te weinig bloed en vitamine
C
Te weinig bloed en enzymen
D
Te weinig bloed en Glucose

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij hyperventileren geeft iemand
A
Te veel koolzuurgas af
B
Te weinig koolzuurgas af
C
Te veel zuurstof af
D
Te weinig zuurstof af

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

welke hulmiddelen ken jij waarmee je iemand zuurstof toedienen?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem enkele complicaties die kunnen optreden bij het toedienen van de O2

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

complicaties 

  • ademdepressie
  • koolzuuropstapeling door onvoldoende O2 toevoer
  • O2 intoxicatie (bij beademing)
  • lucht in de maag (katheter te diep ingebracht)
  • weglekken O2 bij verkeerd hulpmiddel
  • droge neus / mond 
  • drukplekken 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Pak je protocol!

- Zuurstof berekenen
- Zuurstof hulpmiddelen toepassen
- Zuurstof toedienen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
timer
10:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen behaald? 
je kunt aan het einde van de les de verschillende wijze van zuurstof toedienen benoemen.
Je weet aan het einde van de les de voor- en nadelen van de verschillende toedieningswijze
je kunt aan het einde van de les drie verpleegkundige aandachtspunten benoemen waar je op let tijdens het toedienen van zuurstof.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatie van zorgvrager met O2 toediening

  1. Observatie zorgvrager
  2. Observeren huid en slijmvliezen
  3. Observeren of zuurstoftoediening effectief is
  4. Observeren dosering zuurstof (te hoog/ te laag?)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatiepunten
zorgvrager

Slide 40 - Woordweb

AH frequentie? (snelheid - diep of oppervlakkig - neusvleugelen ja/ nee - hulpademhalingsspieren ja/ nee)

Cyanose ja/ nee?

Vertoont zorgvrager tekenen van angst?

Is medicatie gegeven volgens voorschrift?

Zit O2 goed aangesloten, zit het slangetje goed etc.
Overige observatiepunten?
Huid en slijmvliezen: Goede controle & verzorging neus, mond en keel - Check op decubitus door neussonde of neusbril
Is toedienig effectief? Knik in slang? - Verstopping door slijm? - Ademt zorgvrager veel door de mond?
Zuurstofdosering te hoog of laag: Hoofdpijn - Hoge hartslag - Zweten - Bewustzijnsverlies - Hoge bloeddruk - Overmatige speekselafvloed

 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer heeft het toedienen van zuurstof geen effect? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Bij bloedarmoede (anemie)
B
Bij COPD
C
Bij een lage bloeddruk
D
Bij onvoldoende pompwerking v.h. hart

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee nadelen van bevochtiging van zuurstof?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?!

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies