H7 §4a De overheid

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn telefoon zit in de telefoontas
  • Mijn boek ligt open op blz. 202 
  • Ik heb een pen gepakt 

Slide 2 - Tekstslide

H7 §4a Wat geeft de overheid uit?

Slide 3 - Tekstslide


Deze les:
  • Terugblik
  • Instructie
  • Opdrachten maken in je boek
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 4 - Tekstslide


Terugblik:
De vorige les hebben we het gehad over directe en indirecte belastingen

Slide 5 - Tekstslide


Noem een voorbeeld van directe belastingen

Slide 6 - Open vraag


Noem een voorbeeld van indirecte belastingen

Slide 7 - Open vraag


Lesdoel:
Ik weet:
  • wat de rijksbegroting is;
  • wat de miljoenennota inhoudt
  • 3 voorbeelden waar de overheid geld aan uit geeft

Slide 8 - Tekstslide

Prinsjesdag
Op Prinsjesdag presenteert minister van Financiën:
rijksbegroting (= verwachte inkomsten en uitgaven komend jaar) en de miljoenennota (= toelichting op rijksbegroting)


Slide 9 - Tekstslide

Rijksbegroting en miljoenennota

In de rijksbegroting staat wat de regering verwacht aan inkomsten te krijgen en waaraan ze dat willen uitgeven het komende jaar. 

In de miljoenennota legt de regering uit waarom ze daar geld aan willen uitgeven. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide


Het grootste deel geeft de overheid uit aan ... en ...

Slide 13 - Open vraag

Maak opdracht 
2 t/m 5
(202-203)


timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide


Wat waren de lesdoelen?
  1. ik weet wat de rijksbegroting is;
  2. ik weet wat de miljoenennota inhoudt
  3. ik ken 3 voorbeelden waar de overheid geld aan uit geeft


Slide 15 - Tekstslide


Antwoorden:
  1. In de rijksbegroting staat wat de regering verwacht aan  inkomsten te krijgen en waaraan ze dat willen uitgeven het komende jaar. 
  2. In de miljoenennota legt de regering uit waarom ze daar geld aan willen uitgeven. 
  3. sociale zekerheid, zorg, onderwijs, cultuur, wetenschap, defensie, justitie, veiligheid, landbouw, natuur en infrastructuur

Slide 16 - Tekstslide

Wat waren de 2 grootste uitgavenposten van het rijk?

Slide 17 - Woordweb

De staatsschuld
De staatsschuld is de schuld van de overheid.

Doordat de overheid in alle jaren met een begrotingstekort geld heeft geleend (van onder meer banken en verzekeraars), is een staatsschuld ontstaan. 

Dus de overheid heeft meer uitgegeven dan zij heeft ontvangen, zo is een schuld ontstaan.
 


Slide 18 - Tekstslide

De staatsschuld daalt als...
... de overheid aflost op de leningen.
Dat betekent dat ze aflossen op de schuld.

De landen in Europa hebben afgesproken hun begrotingstekort
 en staatsschuld te verminderen.


Slide 19 - Tekstslide

Begrotingstekort

Als de overheid verwacht dat ze meer geld moet uitgeven dan dat er binnenkomt, is er een begrotingstekort.

De overheid kan dit tekort voorkomen door te bezuinigen, of door te zorgen voor extra inkomsten.


Slide 20 - Tekstslide

Begrotingsoverschot
Als de inkomsten van de overheid hoger zijn dan de uitgaven is er sprake van een begrotingsoverschot.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide