Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Modalverben - Präteritum
Grammatik
Modalverben Präteritum und Partizip
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatik
Modalverben Präteritum und Partizip
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn Modalverben?
Dit zijn werkwoorden geven een bepaalde houding ten opzichte van het werkwoord aan.
Bijv. Ik
mag
zwemmen. / Ik
kan
zwemmen. / Ik
wil
zwemmen.
dürfen:
mogen, toestemming hebben
können:
kunnen, in staat zijn
mögen:
mogen, leuk vinden, lusten, houden van
müssen:
moeten, (noodzakelijk, vanzelfsprekend)
sollen:
moeten (van iemand anders)
wollen:
willen
wissen:
weten
Slide 2 - Tekstslide
moeten (noodzaak)
kunnen
mogen
willen
houden van
leuk vinden
lusten
moeten (van ander)
weten
mögen
wollen
dürfen
müssen
können
sollen
wissen
Slide 3 - Sleepvraag
! Let op !
Pak je aantekeningen schrift erbij en schrijf mee met de volgende slides!
Slide 4 - Tekstslide
Merkmale Modalverben Präteritum
Modalverben hebben in de verleden tijd kenmerken:
1. nergens een umlaut!
2. vervoeging zoals bij zwakke werkwoorden v.t.
(stam + uitgang
te, test, te, ten, tet, ten)
Slide 5 - Tekstslide
Modalverben Präteritum
können > ich konnte
dürfen > ich durfte
mögen > ich mochte
müssen > ich musste
sollen > ich sollte
wollen > ich wollte
wissen > ich wusste
Slide 6 - Tekstslide
dürfen
können
müssen
wollen
wissen
mögen
sollen
ich
durfte
konnte
musste
wollte
wusste
mochte
sollte
du
durftest
konntest
musstest
wolltest
wusstest
mochtest
solltest
er, sie, es
durfte
konnte
musste
wollte
wusste
mochte
sollte
wir
durften
konnten
mussten
wollten
wussten
mochten
sollten
ihr
durftet
konntet
musstet
wolltet
wusstet
mochtet
solltet
sie, Sie
durften
konnten
mussten
wollten
wussten
mochten
sollten
Partizip
gedurft
gekonnt
gemusst
gewollt
gewusst
gemocht
gesollt
Modalverben im Präteritum + Partizip (verleden tijd+ volt.dw.)
Slide 7 - Tekstslide
Modalverben im Präteritum
Slide 8 - Tekstslide
[geweten] Du hast doch ........... , dass du auf mich zählen kannst, oder?
A
gewissen
B
gewusst
C
gewisst
Slide 9 - Quizvraag
[NL: mocht] ................ Sie auch ohne Eintrittskarte hinein?
A
Mochten
B
Möchten
C
Durften
D
Dürften
Slide 10 - Quizvraag
[müssen] Wir ............. zugeben, dass die Gegner besser spielten.
A
mussten
B
müssten
C
müssen
Slide 11 - Quizvraag
[mögen] ................. ihr Handball lieber als Volleyball?
A
Mochtet
B
Mögtet
C
Mochten
Slide 12 - Quizvraag
[wissen] Rainer ........... nicht, dass ihr Profis seid.
A
wisst
B
wisste
C
wusste
Slide 13 - Quizvraag
[können] Man ............ nur noch einen Stehplatz bekommen.
A
konn
B
könnte
C
konnte
Slide 14 - Quizvraag
[NL:lustte] Als Kind schon ............. ich kein Sauerkraut.
Slide 15 - Open vraag
[sollen] Ihr ............. schon um neun Uhr hier sein!
A
sollten
B
solltet
C
söllten
Slide 16 - Quizvraag
[NL: kon] ............. du wegen deiner Verletzung nicht mitspielen?
Slide 17 - Open vraag
[NL: moest] Der Trainer sagte, ich .............. fleißiger trainieren.
Slide 18 - Open vraag
[NL: mochten] Wir ........... uns das Spiel umsonst ansehen.
Slide 19 - Open vraag
[dürfen] Wir .......... nicht machen, nur zuschauen.
A
darften
B
dürften
C
durften
Slide 20 - Quizvraag
[NL: moeten] ............... du mit deiner Mannschaft wöchentlich trainieren?
Slide 21 - Open vraag
[leuk gevonden] Handball habe ich von Jugend auf ................. .
A
gemögen
B
gemögt
C
gemocht
Slide 22 - Quizvraag
[NL: wisten] ............. ihr nicht, wo die Turnhalle ist?
Slide 23 - Open vraag
Ergänze Modalverb Präteritum:
Früher ... (können) man nicht immer und überall angerufen werden.
Slide 24 - Open vraag
Ergänze Modalverb Präteritum:
Man ... (müssen) auch nicht für jeden erreichbar sein.
Slide 25 - Open vraag
Ergänze Modalverb Präteritum:
Wir ... (wollen) uns das Handy umtasuchen.
Slide 26 - Open vraag
Ergänze Modalverb Präteritum:
Ihr ... (wissen) schon am zweiten Tag meine Name.
Slide 27 - Open vraag
Ergänze Modalverb Präteritum:
Ich ... (dürfen) das Handy meiner Mutter nicht verwenden.
Slide 28 - Open vraag
Nu heb ik alles begrepen!
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 29 - Poll
Meer lessen zoals deze
iweh Modalverben
Maart 2022
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Modalverben - Präteritum
Juni 2024
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V4 Modalverben Präteritum
November 2023
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Modalverben
November 2022
- Les met
39 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
c3v1 Modale werkwoorden tt en vt
December 2021
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
7/12/A3e/die Modalverben im Präteritum (ovt)
December 2023
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H4-K4-Modalverben Präteritum
Juni 2024
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
H4-K4-Modalverben Präteritum
November 2022
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4