In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H1: Burgers en stoommachines
§1.3 arbeiders gaan samenwerken
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven wat verschillende groepen deden om de arbeiders en armen te helpen.
Je kunt uitleggen wat socialisten wilden veranderen aan de samenleving en hoe ze dat wilden doen.
Je kunt uitleggen door welke twee ontwikkelingen er aan het einde van de 19e eeuw sociale wetten kwamen.
Slide 2 - Tekstslide
Staken
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
terugblik
Slide 6 - Tekstslide
NL'se regering deed niets om situatie arbeiders te verbeteren.
Meeste bestuurders waren aanhangers van het liberalisme:
politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid burgers + willen zo min mogelijk regels vanuit de overheid (goed voor de economie)
iedereen dezelfde grondrechten
overheid moet alleen zorgen voor orde en veiligheid
vinden dat niet iedereen kiesrecht zouden moeten hebben, alleen rijke mannen mochten bij verkiezingen stemmen. “alleen rijke mannen kunnen verstandige besluiten nemen”
Slide 7 - Tekstslide
Sociale kwestie
= Probleem slechte leef- en werkomstandigheden arbeiders
De liberale regering deed weinig om hen te helpen.
Arme mensen waren afhankelijk van kerk, familie of liefdadigheid: het helpen van mensen die dat nodig hebben, zonder dat je er zelf aan wilt verdienen.
Slide 8 - Tekstslide
Een rijke vrouw zamelt geld in voor een goed doel
Slide 9 - Tekstslide
Arbeiders richtten vakbonden op
= Verenigingen van arbeiders die de lonen en arbeids-omstandigheden van hun leden willen verbeteren
• Hogere lonen
• Kortere werktijden
• Afschaffing kinderarbeid
--> samen protesteren/staken om doelen te bereiken.
Slide 10 - Tekstslide
Fabriekseigenaar
Arbeiders
alle winst van de fabriek.
bezaten grondstoffen, machines, fabrieken
kregen laag loon
Oneerlijk!!!
Socialisme
Opkomst socialisme:
Vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels
Slide 11 - Tekstslide
Socialisten: de arbeiders zullen ooit in opstand komen en dan het bezit van de rijken afpakken.
Om echt dingen te veranderen was invloed op het bestuur nodig.
1881: oprichting socialistische politieke partij
Belangrijkste doel: algemeen kiesrecht = elke burger heeft recht om te stemmen.
Slide 12 - Tekstslide
Algemeen kiesrecht
Ook arme arbeiders mogen stemmen
Socialisten zouden in bestuur komen
Wetten om arbeiders te beschermen
Slide 13 - Tekstslide
Rond 1870: liberalen voeren eerste sociale wettenin.
Kinderwetje van Van Houten (1874): Bedacht door liberale politicus meneer van Houten. kinderen onder 12 mochten niet meer in fabriek werken (werken op land/huishouden was nog niet verboden)
Ongevallenwet (1901): arbeiders die door een ongeluk niet meer konden werken kregen een inkomen van de regering
Leerplichtwet (1901): Kinderen tussen de 6 en 12 jaar moesten naar school.
Er kwamen ook wetten die de woonomstandigheden van arbeiders verbeterden. Langzaamaan werd het leven van de arbeiders zo beter.
Slide 14 - Tekstslide
Huiswerk
Ga naar Memo Online: Magister > leermiddelen > ges Memo Max Of in je boek.
Hoofdstuk 1: Burgers en Stoommachines Paragraaf §1.3