lección 4 okt
1 / 20
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Voor de toets leer je el vocabulario van capítulo 1. Wat betekent 'La canción'
A
Het liedje
B
De muziek
C
Zingen
D
De kansen
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent 'Verde'
me gusta el color verde
me gusta el color verde
A
blauw
B
geel
C
oranje
D
groen
Slide 5 - Quizvraag
In de ochtend zeg je ... in het Spaans?
A
Buenos días
B
Buenas tardes
C
Hasta pronto
D
Buena mañana
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent 'Donde'
A
wanneer
B
waar
C
hoe laat
D
wie
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent 'la amiga'
A
de vriendin
B
de zus
C
een vriendin
D
een zus
Slide 8 - Quizvraag
wat betekent in het Spaans 'Italiaans'
A
italo
B
italiano
C
italiana
D
italolo
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent 'zingen'
A
canción
B
cantar
C
piscina
D
ciudad
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent 'ik heet'
A
me llamo
B
te llamas
C
yo voy
D
vamos
Slide 11 - Quizvraag
wat betekent 'Nederlanders'
A
holandeses
B
holandos
C
holandas
D
holandamos
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent 'Hoe gaat het?'
A
buenos días
B
qué tal
C
me llamo
D
los chicos
Slide 13 - Quizvraag
Schrijf de acht Spaanse artículos (de lidwoorden)
Slide 14 - Open vraag
Noem minimaal vijf kleuren in het Spaans
Slide 15 - Open vraag
Vul de juiste vorm van el verbo 'ser' in. Yo _______ de Holanda
A
eres
B
es
C
soy
D
somos
Slide 16 - Quizvraag
Tessa ______ muy guapa
A
ser
B
es
C
sois
D
somos
Slide 17 - Quizvraag
¿Vosotros _____ de la clase B1a?
A
son
B
ser
C
sois
D
somos
Slide 18 - Quizvraag
Escribe los números. Schrijf de nummers in letters (niet 5, maar cinco)
