Hoofdstuk 3 Vrienden van Jezus

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofstuk 3 Vrienden van Jezus

Hoofdstuk 3.1 vriendschap 

Doel

We denken na over vriendschap

Je kan verschillende vrienden van Jezus benoemen op hun eigenschappen 

Wat gaan we deze les doen?

Filmpje

Opdracht LU

Samen lezen uit het boek

Opdrachten maken

Doelen beantwoorden 

huiswerk

Wat doe jij samen met je vrienden?

stel dat je beste vriend iets over jou mag zeggen... Wat vindt hij/zij dan goed aan jou?

Wat vindt hij/zij minder goed aan jou?

Een goede vriend neemt je zoals je bent: met je goede en je slechte kanten

Eens

Oneens

Waardoor kan een vriendschap kapot gaan?

Samen lezen

Bladzijde 45-46

Lees mee, onderstreep belangrijke zinnen en omcirkel moeilijke woorden

Zelfstandig werken

Opdracht 2,3

Welke vriend wordt hier afgebeeld?

1. Jakobus
2. Petrus
3. Johannes
4. Judas

1. Mattheus
2. Thaddeus
3. Johannes
4. Nathanaël

1. Filippus
2. Andreas
3. Jakobus
4. Nathanaël

huiswerk

Opdracht 4 van bladzijde 48

Hoofstuk 3 Vrienden van Jezus

Hoofdstuk 3.1 vriendschap 

Doel

Vertellen wat er zo bijzonder is aan de vrienden van Jezus 

Wat gaan we doen?

Terugblik LU

Zelfstandig werken

Lezen uit het boek

Huiswerk 

Welke vriend wordt hier afgebeeld?

1. Jakobus
2. Petrus
3. Johannes
4. Judas

1. Mattheus
2. Thaddeus
3. Johannes
4. Nathanaël

1. Filippus
2. Andreas
3. Jakobus
4. Nathanaël

Hoe wordt Judas vaak afgebeeld?

Zelfstandig werken

Opdracht 2,3,4 Afmaken van de vorige keer. 

Wat is er zo bijzonder aan de vrienden van Jezus?

Wie noemt Jezus zijn familie?

Huiswerk 

Opdracht 4

Hoofstuk 3 Vrienden van Jezus

Hoofdstuk 3.2 Familie van Jezus 

Doel

Vertellen wie Jezus Zijn familie noemt

Uitleggen wat een Rabbi, Schriftgeleerde en farizeeër is

Wat gaan we doen?

Huiswerk nakijken

Lezen bladzijde 49-53

Opdrachten maken 

Huiswerk nakijken 

Lezen

Bladzijde 49-53

opdrachten

6,7,8,11,12

Hoofstuk 3 Vrienden van Jezus

Hoofdstuk 3.3 De leerlingen van Jezus 

Doel van de les

Je kan vertellen wat het woord evangelie betekend 

Je weet hoe de eerste discipelen leerling van Jezus werden 

Wat gaan we deze les doen?

Terugblik LU

Huiswerk nakijken 

Samen lezen

Filmpje

Opdrachten 

Wie noemt Jezus zijn broers en zussen?

Hoe zou het zijn geweest als Jezus jouw broer was?

Wat is een rabbi?

1. Een wijze man die veel wist over de joodst godsdienst
2. Een leraar op een joodse school
3. Een dominee die elke zondag preekt bij de joden
4. Een wijze man die mooie verhalen verteld

Wat is een Schriftgeleerde

1. Iemand die een voorbeeld is maar stiekem allemaal foute dingen doet
2. Iemand die zich goed aan de joodse wetten hield en daarmee een voorbeeld was
3. Iemand die zich heel goed aan de joodse wet hield
4. Iemand die schijnheilig is

Jezus beschuldigd de farizeeën. Waarvan beschuldigd hij hen?

1. Dat ze schijnheilig zijn
2. Dat ze zich te uitvoerig kleden
3. Dat ze de wet niet goed houden
4. Dat ze zich verkeerd kleden

Huiswerk nakijken 

Samen lezen

Bladzijde 54-55

Maken

Opdracht 12 en 13

Hoofstuk 3 Vrienden van Jezus

Hoofdstuk 3.4 Kun je zelf een leerling van Jezus zijn? 

Doel

Vertellen welk bevel Jezus zijn leerlingen geeft

Wat gaan we deze les doen?

Terugblik

Nakijken huiswerk

Opdracht LU

Samen lezen

Opdrachten maken

Wat weet je nog van vorige les?

Hoe riep Jezus zijn eerste leerlingen?

Wat betekent het woord evangelie?

Wat betekent de term: 'vissers van mensen?'

Huiswerk nakijken 

Wat zou jij ervan vinden om je leven hier op te geven en in een ander land opnieuw te beginnen?

Noem een voordeel en een nadeel van emigreren

Waarom kunnen we 'emigreren' vergelijken met wat de discipelen deden toen ze Jezus gingen volgen?

Samen lezen

Bladzijde 57-58

Maken 

Opdracht 16 en 17 

Hoofstuk 3 Vrienden van Jezus

Hoofdstuk 3 Vrienden van Jezus