Werkwoordspelling

Werkwoordspelling
76% gemaakt met een score van 57%
Voor een score van 70%: 8 voldoendes

Gemiddelde cijfer: 4




1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
76% gemaakt met een score van 57%
Voor een score van 70%: 8 voldoendes

Gemiddelde cijfer: 4




Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

In welke gevallen kun je de truc met 'lopen' toepassen?

Slide 3 - Open vraag

Een ... (5) (vergroten) omzet ... (6) (betekenen) niet altijd meer winst', ... (7) (prenten) de directeur ons in.

Slide 4 - Open vraag

Wat is de regel voor 'vergrote omzet'?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de regel voor 'betekent'?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de regel voor 'prentte'?

Slide 7 - Open vraag

Persoonsvorm
Vertelt: wie & wanneer

Gooi
Gooide 
Gooit 
Gooien 

Slide 8 - Tekstslide

Het stond al tijden vast dat je zou winnen dus waarom was je nu verbaasd dat ik ingetogen juichte? 

 
NB 1: De meeste zinnen hebben meer persoonsvormen
NB 2: Er zijn woorden die op werkwoorden lijken maar het niet zijn. 

Slide 9 - Tekstslide

pv tt

Slide 10 - Tekstslide

pv vt
Sterke of zwakke werkwoorden?
Sterk: verandert (een sterk mens kan de toestand van een halter veranderen)
Zwak: verandert niet 

Slide 11 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
Hebben een zwakke klank

t, x, f, k, s, ch, p 

Slide 12 - Tekstslide

Waar ken je deze letters van?
t, x, f, k, s, ch, p

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Goed leren spellen is belangrijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Goed spellen is vooral belangrijk voor hoogopgeleide mensen (havo+)
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Spellingonderwijs verkleint de kans op discriminatie
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll