In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Mondverzorging
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Stellingen (waar/niet waar)
Theorie
Opdrachten
Slide 2 - Tekstslide
Als je twee keer per dag je tandenpoetst, doe je aan een goede gebitsverzorging
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Niet waar
Alleen poetsen is niet genoeg, je moet ook tussen je tanden en kiezen schoonmaken. Daarom moet je 1x per dag tussen je tanden en kiezen schoonmaken. Dit kan met flossdraad, tandenstoker of ragertjes.
Slide 4 - Tekstslide
Mensen die uit hun mond ruiken, poetsen hun tanden niet goed genoeg
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Niet waar
Achter op de tong bevinden zich soms veel bacteriën die vies ruikende gassen produceren.
Ook tandvleesontsteking kan een vieze geur veroorzaken.
Of als je niet voldoende speeksel hebt om de mond vochtig te houden.
Slide 6 - Tekstslide
Door een slecht gebit zou je een hartstilstand kunnen krijgen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Waar
Bacteriën uit de mond kunnen in de bloedbaan terecht komen en zo een verhoogt risico vormen voor je gezondheid
Slide 8 - Tekstslide
Gaatjes (cariës) krijg je door veel suikers te eten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Waar
De belangrijkste oorzaken van gaatjes zijn onvoldoende mondhygiëne en een overmatig suikergebruik tussen de hoofdmaaltijden door
Slide 10 - Tekstslide
Snoep voor het tanden poetsen en niet daarna
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Waar
Speeksel biedt een natuurlijke bescherming tegen gaatjes, omdat het beschermende eiwitten bevat, die een beschermlaag op de tanden vormen. Deze neerslag wordt gedeeltelijk verwijdert bij het tandenpoetsen. Suikers kunnen dan direct op het schone tandoppervlak inwerken.
Slide 12 - Tekstslide
Op de verpakking van een pak vruchtensap staat vermeld “puur en ongezoet”, is dit dan een suikervrij product?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Niet waar
Met de tekst puur en ongezoet wordt bedoeld dat er door de fabrikant geen suiker is toegevoegd aan het pak vruchtensap, maar bijna alle vruchtensappen bevatten van nature al erg veel suiker.
Slide 14 - Tekstslide
Door veel energiedrankjes te drinken krijg je slijtage aan je tanden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Waar
De hoge zuurgraad in de drankjes brengt schade toe aan het tandglazuur, de glanzende buiten laag van de tanden
Slide 16 - Tekstslide
Het is beter om cola met een rietje te drinken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Waar
Als je met een rietje drinkt, komt het zuur niet direct op je glazuur
Slide 18 - Tekstslide
Wat zou je nu zelf anders doen?
Slide 19 - Woordweb
Mondhygiëne
Ondersteunen bij:
Verzorging van de mond
Ondersteunen bij tandenpoetsen
Helpen schoonhouden prothese
Begeleiden bij tandartsbezoek
Slide 20 - Tekstslide
Mondhygiëne
Gebitsprothese
Hoe reinigen?
Gebruik een speciale borstel
Normale tandpasta niet geschikt
Bruistabletten
Slide 21 - Tekstslide
Mondhygiëne
Wanneer zit een prothese niet goed?
Pijn aan de mond
Wondjes aan tandvlees of gehemelte
Weigeren om gebit te dragen
Gebit blijft niet goed zitten
Client eet weinig en moeizaam
Slide 22 - Tekstslide
Risico's van een slecht gebit/prothese
Ondervoeding
Ziektes
Vermindert sociaal leven
Slide 23 - Tekstslide
Een baby kan met 4 maand zijn eerste tandje krijgen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Waar
Gemiddeld is het rond 6 maanden, maar 4 maanden kan wel voorkomen
Slide 25 - Tekstslide
Je begint pas met poetsen als meer dan de helft van het melkgebit is doorgekomen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Niet waar
Vanaf het eerste tandje begin je al met poetsen
Slide 27 - Tekstslide
Als een kindje erg tegenwerkt tijdens het tandenpoetsen, moet je gewoon doorgaan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Niet waar
Hierdoor kan het poetsen juist moeilijker gaan.
Maak het leuk, met bijvoorbeeld een liedje
Slide 29 - Tekstslide
Drinkbekers met rietjes zijn niet goed voor de tandjes
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Waar
Maar, dit is vooral bij kinderen die er ook steeds mee in de mond zitten of op kauwen.