Fictie hoofdstuk 1

Fictie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fictie

Slide 1 - Tekstslide

Fictie

Slide 2 - Woordweb

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?
A
B
Fictie = verzonnen Non-fictie = niet-verzonnen
C
Fictie = waargebeurd Non-fictie = niet- waargebeurd
D
Fictie = fantasie Non-fictie= geen fantasie

Slide 3 - Quizvraag

Fictie
Non-fictie

Slide 4 - Sleepvraag

Wat betekent 'realistisch'?

Slide 5 - Open vraag

Niet-realistisch
Realistisch
Fictie
Niet-realistisch en verzonnen. (fictie dus)
Fictie
Realistisch, maar toch verzonnen. Wel een beetje gebaseerd op bestaande feiten, maar toch verzonnen (fictie dus)

Slide 6 - Tekstslide

Latino King van Bibi Dumon Tak gaat over een jongen die snel geld wil verdienen door drugssmokkel en die daardoor in de gevangenis belandt.
A
Realistisch en fictie
B
Niet realistisch en fictie
C
Realistisch en non-fictie
D
Niet realistisch en non-fictie

Slide 7 - Quizvraag

The 100 gaat over de toekomst, de aarde is onbewoonbaar en in de ruimte leven de overgebleven mensen. 100 jongeren die zich niet zo goed gedragen hebben, moeten de aarde gaan verkennen om te kijken of die weer bewoonbaar is.
A
Realistisch en fictie
B
Niet realistisch en fictie
C
Realistisch en non-fictie
D
Niet realistisch en non-fictie

Slide 8 - Quizvraag

Genre
Een genre is een verhaalsoort.
Detective : oplossen van misdaad
Psychologische roman : nadruk op personages, we volgen hun gedachten en gevoel
Science fiction : vaak in toekomst /ruimte/ verzonnen wereld 


Slide 9 - Tekstslide

2

Slide 10 - Video

01:33
Tot welk genre behoort de film 'Bankier van het verzet?'

Slide 11 - Open vraag

02:05
Zou een film/verhaal/boek ook meerdere genres kunnen hebben?
A
Ja, dat kan
B
Ja, maar alleen als het een lang verhaal is.
C
Nee, dat kan niet
D
Ja, maar er is altijd 1 hoofdgenre.

Slide 12 - Quizvraag

Boekendate

Slide 13 - Tekstslide

Hoe werkt het?
  • Iedereen krijgt 1 boek per keer.
  • Je leest de flaptekst. 
  • Je bekijkt de binnen- en buitenkant.
  • Je begint te lezen op de eerste pagina.
  • Je geeft het boek na 3 minuten door.
  • Je noteert ALLEEN de titels van de boeken die je aanspreken.

Slide 14 - Tekstslide

Daten maar!
  • Bekijk de binnen- en buitenkant.
  • Lees de flaptekst (achterkant).
  • Begin te lezen op de eerste pagina.
Leuk? 
  • Noteer de titel, schrijver en opmerking in je schrift/notities
Niks?
  • Wacht tot de tijd over is, nieuwe ronde = nieuwe kansen!
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

Behandeld vandaag
Fictie = verzonnen
Voorbeeld:  leesboek, kort verhaal, strips, games

Non-fictie = niet verzonnen
Voorbeeld:  autobiografie, tekstboek van school, artikelen

Slide 16 - Tekstslide

Behandeld vandaag
Realistisch =  kan waargebeurd zijn
Voorbeeld:  Latino King
Niet-realistisch = kan NIET waargebeurd zijn, denk aan onwerkelijke wezens, tovenarij, vreemde wezen etc. 
Voorbeeld: Harry Potter 

Slide 17 - Tekstslide