Leesles 2: nakijken Lezen H4 (opdr.2) + uitleg tekstdoelen en argumenten

Lezen H3
- nakijken opdr. 2 (H4)
- uitleg Lezen H4
- maken Lezen H3: opdracht 2
- klassikaal nakijken
- hw = methodesite
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen H3
- nakijken opdr. 2 (H4)
- uitleg Lezen H4
- maken Lezen H3: opdracht 2
- klassikaal nakijken
- hw = methodesite

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je herkent teksten met een mening.
- Je kent het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten.
- Je kunt feiten en meningen herkennen.
- Je weet het verschil tussen feitelijke en persoonlijke argumenten.

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken Lezen H4 (opdr. 2)
  • 1 a Toch, Maar
  •  b tegenstelling
  •  c Fietsers zetten hun fietsen op straat – er zijn genoeg stallingen.
  •  Stallingen worden niet gebruikt – stallingen moeten wel gebruikt worden.
  • 2 Een probleem noemen en een belangrijke vraag over het onderwerp stellen.

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken Lezen H4 (opdr. 2)
  • 1 maar – tegenstelling
  •  2 zoals – voorbeeld
  •  3 Aan de ene kant – tegenstelling
  •  4 anderzijds – tegenstelling
  •  5 Om – middel-doel
  •  6 toch – tegenstelling
  •  7 In de eerste plaats – opsomming
  •  8 Ook – opsomming (de signaalwoorden ook/en/verder kun je van plaats verwisselen)
  •  9 En – opsomming
  •  10 Verder – opsomming
  •  11 Tot slot – opsomming
  •  12 wanneer – voorwaarde

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken Lezen H4 (opdr. 2)
  • 5 A Alinea 3 geeft een voorbeeld van wat in alinea 2 gezegd is.
  • 6 D Deze alinea’s vormen een tegenstelling.
  • 7 D Deze alinea’s vormen een opsomming.
  • 8 a In veel steden is het op straat een chaos van foutgeparkeerde fietsen, ook al zijn er genoeg stallingen.
  •  b Stallingen moeten gemakkelijk bereikbaar zijn, altijd open en niet duur. Ook het bestraffen van fout gedrag en het belonen van goed gedrag kunnen helpen.

Slide 5 - Tekstslide

Teksten met een mening
Er zijn twee tekstdoelen die te maken hebben met meningen:
  • mening geven  met objectieve teksten (krant, onderzoek)
  • overtuigen met een subjectieve tekst (ingezonden stuk, recensie of een blog).

Objectieve teksten zijn vaak op feiten gebaseerd.
Subjectieve teksten zijn op ervaringen en meningen gebaseerd.

Slide 6 - Tekstslide

Tegenargument
Bij een argument is vaak een tegenargument te geven, dit kun je doen met subjectieve, maar ook met objectieve argumenten. 

Een tegenargument is bedoeld om het argument van de ander te ontkrachten.  Je moet dus wel goede argumenten hebben om dit te doen. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Aan de slag!
Maak van Lezen H3 opdracht 2 (blz. 155 - 156).
timer
0:15

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2
  • 1 een onbemand luchtvaartuig
  • 2 a heel veel mogelijkheden die je je nu nog niet kunt voorstellen
  •  b Het zijn machines die je als wapen zou kunnen gebruiken om iemand mee te vermoorden.
  •  c vastleggen, opschrijven, bijhouden
  •  d de regels controleren, zorgen dat iedereen zich aan de regels houdt
  •  e de wet strenger maken
  •  f alle mensen en bedrijven die werken in de luchtvaart/met vervoer door de lucht

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2
  • 3 a Over twee weken debatteert de Tweede Kamer over drones omdat het aantal (bijna-)incidenten met dit soort onbemande luchtvaartuigen toeneemt.
  •  b voorbeelden
  •  c zo, net als
  • 4 a doordat
  •  b oorzaak/gevolg
  •  c De oorzaak is dat de verkoop van drones stijgt, het gevolg is dat het aantal voorvallen/incidenten/ongelukken oploopt.

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2
  • 5 In alinea 1, 4 en 6 staan alleen maar feiten.
  • 6 Joris Melkert en Wiebe de Jager
  • 7 a Joris Melkert is het eens met deze stelling, Wiebe de Jager niet.
  •  b Joris Melkert en Wiebe de Jager zijn het beiden eens met deze stelling.
  •  c Joris Melkert en Wiebe de Jager zijn het beiden eens met deze stelling.
  • 8 a feitelijk argument
  •  b feitelijk argument
  •  c persoonlijk argument
  •  d feitelijk argument

Slide 12 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2
  • 9 a Henk en Vranz zijn het met elkaar eens.
  •  b Met het aanscherpen van de wetgeving zal er niets veranderen.
  • 10 a De bevolkings- en dronedichtheid is in Nederland veel te groot.
  •  b Dit is een persoonlijk argument. Het aantal mensen in Nederland en het aantal drones zijn op zich feiten, maar of je vindt dat het er te veel zijn om met drones te kunnen vliegen, is een persoonlijke mening.


Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
- Leer de theorie (gele blokjes en Lu's) van lezen H1, H2 en H3.
- Maak Lezen H1 via de methodesite. 

Slide 14 - Tekstslide