Comparatives and Superlatives
Om dingen en mensen te beschrijven, gebruik je bijvoeglijke naamwoorden zoals
small, old, strong, cold and
fast.
Wanneer je twee dingen of mensen vergelijkt, voeg je -er (comparative) of
-est (superlative) aan het bijvoeglijk naamwoord.
The baseball is small
The tennis ball is smaller.
The golf ball is smallest of them all.