1.1 Hoe ontstond de industrie 4

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Hoe ontstond de industrie

Planning

Terugblik 

Uitleg

Zelfstandig werken

Nabespreken 

In welke beroepen begon de Industriele revolutie?

1. Handel en Nijverheid
2. Handel en Landbouw
3. Landbouw en textiel
4. Textiel en handel

In welk land begon de industriële revolutie?

1. Belgie
2. Nederland
3. Engeland
4. Amerika

Waarom begon de industrie later in Nederland

1. Geen geld om te investeren door de gevoerde oorlogen
2. Geen zin in alle veranderingen
3. De koning was niet in Nederland
4. De mensen kwamen in opstand tegen de verandering

Welke Koning zorgde voor goede infrastructuur zodat de handel en industrie kon ontwikkelen

1. Koning Willem V
2. Koning Willem Alexander
3. Koning Willem I
4. Willem III

Wat betekent "Industriële Revolutie"?

1. verandering in de manier van denken
2. verandering van manier om met werknemers om te gaan
3. verandering van de manier van produceren
4. grote verandering in korte tijd

Na de industriële revolutie

• Machines doen het meeste werk i.p.v. mensen.
• Mensen werken in fabrieken met machines.
• Lage lonen, slechte arbeidsomstandigheden, kinderarbeid.

Werken in de fabriek

• Werkgevers hadden werknemers in dienst. Dit waren mannen, vrouwen én kinderen .
• Ze moesten lang en hard werken en verdienden weinig
• Zo konden de fabrieken goedkoop produceren.

Werken in de fabrieken 

• Man/vrouw/kinderen               Werknemers  is in dienst van 

• Fabrieksbaas                               Werkgever  heeft mensen in dienst 

De sociale kwestie

• Door urbanisatie (mensen gaan naar de steden) verslechterden de werk én leefomstandigheden. 

• Slechte hygiëne, gevaarlijk werk en lage lonen.

0

Industriële revolutie 

Door de vernieuwingen in de industrie

waarbij handarbeid vervangen werd door machines  

noemen we  ----> Industriële revolutie  

Continuïteit  --->  Mensen bleven arm 

Aan de slag 

Maken 

Opdracht  10 en 11

Blz 15 

Noem minimaal 1 ding wat je vandaag geleerd hebt.

Werkgever is zijn eigen baas

1. Waar
2. Niet waar

Welk begrip hoort bij deze betekenis:

"Periode van grote verandering waarbij handarbeid vervangen werd door machines en waarbij de manier van produceren veranderden.

1. Industrialisatie
2. Kapitalisme
3. Industriële revolutie
4. Monarchie

Dit hoofdstuk gaat over tijdvak 8 'Burgers & Stoommachines'.

Van wanneer tot wanneer loopt dit tijdvak?

1. 1700 - 1800
2. 1800 - 1900
3. 1900 - 1950
4. 1950 tot nu

Als iets hetzelfde blijft noemen we dat

1. Controle
2. Conclusie
3. Continuïteit
4. Chaos