Doel en begrippen 1.3/1.5
Je leert welk gedrag dieren vanaf hun geboorte vertonen en hoe ze nieuw gedrag leren
aangeboren, aangeleerd, spelen, rangorde, dominant, associatief leren, klassieke conditionering, trial- and-error, proefondervindelijk leren, operante conditionering, inprenting, gevoelige periode, gewenning, imitatie, inzicht