M4 TW2 Moments words

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Er wordt alarm
geslagen als ze 
hun gehuurde 
auto niet terugbrengen.
Tijdens deze dagen 
zwelt de wind aan tot 100 km per uur en daalt de temperatuur tot 
5 graden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

insisted
A
ontstoken
B
stond er op
C
nam aan
D
liet blijken

Slide 6 - Quizvraag

taking turns
A
om de beurt gaan
B
bochten neem
C
turnles nemen
D
extra voedsel meenemen

Slide 7 - Quizvraag

Avid
A
aanzienlijk
B
alsmaar
C
gretig
D
veelal

Slide 8 - Quizvraag

lush
A
lekker
B
weelderig
C
heerlijk
D
lusten

Slide 9 - Quizvraag


at the prospect of
A
met een glaasje prosecco
B
bij het vooruitzicht van
C
naar de aanwijzingen van
D
terugblikkend naar

Slide 10 - Quizvraag

hardly contain
A
moeilijk bevatten
B
bijna niet binnenhouden
C
nauwelijks bedwingen
D
zware inhoud

Slide 11 - Quizvraag

assumed
A
ontstoken
B
stond er op
C
nam aan
D
was onder de indruk

Slide 12 - Quizvraag

harrowing
A
vreselijk
B
stijler wordend
C
roofvogel vleugel
D
versmalling

Slide 13 - Quizvraag

Fern leaves
A
verlieten snel
B
varen bladeren
C
verlieten gezamelijk
D
met ferme pas weggaan

Slide 14 - Quizvraag

overlooked
A
zag uit over
B
zag er oververmoeid uit
C
zag het over het hoofd
D
zag dubbel

Slide 15 - Quizvraag

precarious
A
kostbaar
B
onzeker
C
onwetend
D
onvoorbereid

Slide 16 - Quizvraag

approaching
A
naderend
B
aangrensend
C
aanraken
D
navertellen

Slide 17 - Quizvraag

Profoundly
A
vloekend
B
gevonden
C
diep / ingrijpend
D
met expertise

Slide 18 - Quizvraag


malnourishment
A
uitputting
B
ondervoeding
C
uitdroging
D
slaap tekort

Slide 19 - Quizvraag

several
A
verscheidene
B
periode van zeven dagen
C
zweren
D
zweven

Slide 20 - Quizvraag

blur
A
blubber
B
blut
C
waas
D
verdwaald

Slide 21 - Quizvraag

to break the news
A
iets voorzichtig vertellen
B
iets nieuws breken
C
tot een nieuw gebrek leiden
D
een nieuw verbond breken

Slide 22 - Quizvraag

supplies
A
bevoorraden
B
voorraden
C
vooroordelen
D
voordelen

Slide 23 - Quizvraag

attitude
A
gewoonte
B
aandacht
C
standbeeld
D
houding

Slide 24 - Quizvraag


to reminisce
A
beter maken
B
helpen herinneren
C
herinneringen ophalen
D
iets verhelpen

Slide 25 - Quizvraag

exhaustion
A
uitputting
B
ondervoeding
C
uitdroging
D
slaap tekort

Slide 26 - Quizvraag

instead of
A
in plaats van
B
in de buurt van
C
tijdens de beurt van
D
in de naam van

Slide 27 - Quizvraag

soft tissue
A
zacht weefsel
B
zakdoekje
C
zacht doekje
D
bindweefsel

Slide 28 - Quizvraag

Swap
A
veegden
B
ruilen
C
slingerden
D
doekje

Slide 29 - Quizvraag

Blink
A
in een oogwenk
B
een seconde
C
trillen
D
knipperen

Slide 30 - Quizvraag

Incoherent
A
informatie
B
verdwaald
C
onsamenhangend
D
onbegeleid

Slide 31 - Quizvraag

Soothe
A
glad
B
in slaap vallen
C
slipperig
D
verzachten

Slide 32 - Quizvraag

Maze
A
traangas
B
doolhof
C
net
D
verdoofd

Slide 33 - Quizvraag