Ontdek het geslacht van Duitse zelfstandige naamwoorden!

Het geslacht van de Duitse zelfstandige naamwoorden!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het geslacht van de Duitse zelfstandige naamwoorden!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je het geslacht van Duitse zelfstandige naamwoorden bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
Wat weet je al over de geslachten van Duitse zelfstandige naamwoorden?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een persoon, dier, ding, plaats, gevoel of idee aanduiden, zoals 'hond', 'auto' en 'geluk'.

Slide 4 - Tekstslide

Geef een korte definitie van zelfstandige naamwoorden en geef voorbeelden.
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
Woorden die alleen dieren aanduiden.
B
Woorden die personen, dieren, dingen, plaatsen, gevoelens of ideeën aanduiden.
C
Woorden die alleen personen aanduiden.
D
Woorden die alleen dingen aanduiden.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de volgende woorden is geen zelfstandig naamwoord?
A
Hund
B
Auto
C
Gelück
D
läuft

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
lesen
B
liest
C
Buch
D
gelesen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk om het geslacht te kennen?
Het geslacht van een zelfstandig naamwoord is belangrijk omdat het het gebruik van bepaalde lidwoorden, voornaamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden beïnvloedt.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit waarom het belangrijk is om het geslacht van Duitse zelfstandige naamwoorden te kennen.
Kan het geslacht van een zelfstandig naamwoord in het Duits worden bepaald door middel van een regel?
A
Soms
B
Alleen voor vrouwelijke woorden
C
Nee
D
Ja

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drie geslachten
Er zijn drie geslachten in het Duits: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Het geslacht van een zelfstandig naamwoord moet worden geleerd omdat er geen regel is om het te bepalen.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit dat er drie geslachten zijn in het Duits en er geen regel is om het te bepalen.
Wat zijn de drie geslachten in het Duits?
A
Enkelvoud, meervoud en verkleinwoord
B
Bijvoeglijk, zelfstandig en werkwoordelijk
C
Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
D
Aantonend, ontkennend en vragend

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bepaal je het geslacht van een zelfstandig naamwoord in het Duits?
A
Er is geen regel, het moet worden geleerd.
B
Het hangt af van de betekenis van het woord.
C
Het hangt af van de eerste letter van het woord.
D
Het hangt af van de lengte van het woord.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel geslachten zijn er in het Duits?
A
Twee
B
Vijf
C
Drie
D
Vier

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mannelijke zelfstandige naamwoorden
Mannelijke persoons- en diernamen. bijvoorbeeld 'der Hund' en 'der Mann' .
De namen van dagen, maanden, jaargetijden en windrichtingen: 'der Montag, der Februar, der Sommer, der Norden.
De meeste stammen van werkwoorden:
der Beginn, der Sitz, der Besuch

Slide 14 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien van mannelijke zelfstandige naamwoorden en benadruk dat ze worden gevolgd door 'der'.
Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden
Vrouwelijke persoons- en diernamen:
bijvoorbeeld 'die Katze' en 'die Frau'.
De meeste zaaknamen (dingen) die eindigen op -e: 
die Adresse, die Toilette, die Banknote
Woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung, -ur, -ei, -ik, -ion, -tät. 
De getallen: die Eins, die Zwei, die Drei. 

Slide 15 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien van vrouwelijke zelfstandige naamwoorden en benadruk dat ze worden gevolgd door 'die'.
Onzijdige zelfstandige naamwoorden
Veel woorden waar in het Nederlands ''het'' voorstaat: 
bijvoorbeeld 'das Haus' (het huis) en 'das Kind' (het kind).
Woorden die eindigen op -chen en -lein: das Mädchen, das Märchen

Slide 16 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien van onzijdige zelfstandige naamwoorden en benadruk dat ze worden gevolgd door 'das'.
Uitzonderingen
Er zijn geen regels om het geslacht van een zelfstandig naamwoord te bepalen. Sommige zelfstandige naamwoorden wijken af ​​van de standaard geslachtsregel, zoals 'das Mädchen' (het meisje), dat onzijdig is maar vrouwelijk lijkt.

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit dat er geen regels zijn om het geslacht van Duitse zelfstandige naamwoorden te bepalen en geef voorbeelden van uitzonderingen.
De uitgangen van ein- en kein-

Slide 18 - Tekstslide

Geef instructies voor de oefeningen en benadruk dat het belangrijk is om de regels te begrijpen.
Und jetzt?
Üben!!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Frau
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schlange
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onkel
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Flasche
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... Menschen
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mann
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schulen
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Haustier
der/die/das
2/5
A
der
B
die
C
das

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Suppe
der/die/das
5/5
A
der
B
die
C
das

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... Haus
der/die/das
2/5
A
der
B
die
C
das

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... Sohn
der/die/das
3/5
A
der
B
die
C
das

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mädchen
der/die/das
2/5
A
der
B
die
C
das

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... Adresse
A
der
B
die
C
das

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... Großvater
der/die/das
3/5
A
der
B
die
C
das

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies