SPQR Les 15 - 3.1 en 3.2 congruentie

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

SPQR les 15: Congruentie

Groep 1

Groep 2

Groep 3

silentium

custos

turba

os

Romanus

femina

vir

caput

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

dea

locus

signum

victor

caput

arx

rex

puer

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord miser bij homines

1. miseri
2. miseris
3. miserae
4. miseres

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord multus bij sorores

1. multos
2. multes
3. multas
4. multis

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord miser bij fratri

1. miseri
2. misero
3. miseris
4. misere

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord pulcher bij certamina

1. pulchera
2. pulcher
3. pulchrum
4. pulchra

Congruentie: herhaling

• Bijvoeglijke naamwoorden hebben 3 rijtjes: voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig! (longus, longa, longum / pulcher, pulchra, pulchrum)
• Bijv.nw. op -er gaan zoals longus (met kleine aanpassing);
• Zelfst.nw en bijv.nw. hoeven niet te rijmen;
• Moeten wel in zelfde naamval, getal en geslacht staan;
• Bepaal per woord welk rijtje/ welke groep je moet gebruiken;
• Let op de geslachtsregels van zelfst.nw.

Oefenen

Als je mandatum VII op pagina 103 nog niet af had, dan rond je die nu af. Vervolgens maak je mandatum X op pagina 105.